Enige tijd later meldde de burgemeester van Valkenburg telefonisch dat Duitse
vliegtuigen en parachutisten op en nabij het vliegveld waren geland.
C.-l-IV Dep.B.A. gaf daarop, omstreeks 6.00, aan de luitenant, commandant
van het te Katwijk aan Zee gelegerde detachement van de Instructiebatterij 7 veld,
opdracht met 25 man per auto naar het vliegveld Valkenburg te gaan en de toestand
aldaar te verkennen. De bewapening der manschappen bestond uit karabijnen
met 40 patronen per man. Mitrailleurs of handgranaten waren niet beschikbaar.
Te Katwijk aan den Rijn aangekomen, werd het detachement aangehouden
door C.-III-4 R.I., die enige inlichtingen verstrekte.
De auto werd hier verlaten, waarna het detachement naar de zuidelijke dorps-
rand oprukte en vandaar voorwaarts ging in de richting van het vliegveld.
Op ongeveer 200 m afstand daarvan geraakte het onder verrassend vuur, waar
door de detachementscommandant en twee man gewond werden, waarna zo goed
mogelijk dekking werd gezocht.
Bij een poging om in de richting Katwijk terug te gaan, kwam men onder zwaar
mitrailleurvuur van eigen troepen.
Omstreeks 11.00 slaagde de detachementscommandant erin, met een deel van
zijn manschappen, waaronder de gewonden, kruipende terug te gaan en de zuid
rand van Katwijk aan den Rijn te bereiken.
Enige tijd later, omstreeks 12.00, stiet men echter geheel onverwachts op een
vijandelijke afdeling, die het dorp binnengedrongen bleek te zijn. De commandant
en een zevental manschappen werden gevangen genomen en per auto afgevoerd
naar het dorp Valkenburg.
Intussen was C.-l-IV Dep.B.A. overgegaan tot het treffen van maatregelen ter
beveiliging van het barakkenkamp. Rondom dit kamp werd een stelling bezet in
de duinen, in hoofdzaak front zuid, terwijl in het kamp een reserve beschikbaar
werd gehouden. Telefonische verbindingen met de ondercommandanten in de
stelling werden aangelegd. Patrouilles werden uitgezonden door de duinen en
langs het strand.
Een dezer patrouilles, ter sterkte van een wachtmeester, een korporaal, twee
soldaten en een lichte mitrailleur, geraakte omstreeks 14.00 in een vuurgevecht
gewikkeld met een twaalf man sterke Duitse afdeling. Nadat aan de vijand enige
verliezen waren toegebracht, werd de Nederlandse korporaal mitrailleurschutter
dodelijk getroffen. Kort daarna gaf de patrouille zich over, na de mitrailleur on
bruikbaar te hebben gemaakt.
De Duitsers brachten hun gevangenen naar de Wassenaarse Slag, waar zich
reeds 22 lotgenoten bleken te bevinden, deels afkomstig van III-4 R.I., deels van
4 Res.G.C. (zie hierna).
Instr.Bt. 7 veld
C.-Instructiebatterij 7 veld te Rijnsburg (sterkte: 3 officieren, 32 onderofficieren
en 250 korporaals en manschappen) deed zijn onderdeel omstreeks 4.00 alarmeren,
waarna wapens en munitie uitgereikt en de toegangen tot het kantonnement af
gesloten werden.
116