genomen, waardoor slechts een paard licht werd gewond. Enig verkenningsper- soneel dezer batterij werd tijdens het verkennen van een waarnemingspost ver rassend onder vuur genomen door een Duitse patrouille, waardoor een wacht meester en enige paarden werden gewond, waarna de patrouille terugtrok naar de batterij. Omstreeks 12.00 verzocht C.-4 R.I., met wie intussen over het bestaande tele foonnet verbinding was verkregen, het vuur voorlopig te staken, aangezien de eigen infanterie het vliegveld zou bezetten. Op dat tijdstip waren ongeveer 300 brisantgranaten verschoten. Een tot C.-4 R.I. gericht verzoek om met de le Bt. te mogen inschieten op het vliegveld, werd afgewezen met het oog op gevaar voor de eigen oprukkende troepen. In de loop van de middag, enige tijd vóór 15.00, werd op de radiopost te Noord- wijk een radiobericht van C.-4 R.I. ontvangen, waarbij deze verzocht een uit- werkingsvuur af te geven op het Seminarium te Katwijk aan den Rijn. Aangezien C.-III-2 R.A. zich te Katwijk aan Zee bevond en met hem nog geen verbinding was verkregen, gaf de kapitein-adjudant op zijn initiatief bevel aan C.-3e Bt., het gevraagde vuur af te geven. Tijdens de voorbereidingen voor dit vuur kwam bericht van C.-4 R.I., dat het Seminarium zou worden bestormd en het artillerievuur dus niet meer nodig was. Omstreeks 16.00 werd op verzoek van C.-4 R.I. de steenfabriek tussen Katwijk en Valkenburg onder vuur genomen (zie blz. 126). Het bezetten en het weder ontruimen van het vliegveld Valkenburg Keren wij thans weder terug tot 4 R.I. De beschieting van het vliegveld door 2-III-2 R.A. tussen 8.30 en 12.00, als mede twee Nederlandse luchtbombardementen, uitgevoerd door 5 C.V.-toestellen om 8.30 en 3 C.V.-toestellen om 11.20, hadden tengevolge, dat de Duitsers het vliegveld ontruimden en zich, onder medevoering van het merendeel der in ge vangenschap geraakte Nederlanders, naar het dorp Valkenburg spoedden. Intussen waren, zoals reeds uit de voorafgegane beschrijving is gebleken, min of meer geïsoleerd optredende patrouilles valschermjagers en luchtlandingstroepen onder meer doorgedrongen in het duinterrein tussen de Wassenaarse Slag en Katwijk aan Zee, waar zij onrust veroorzaakten bij 1-4 R.I., en in de zuid- en zuidwestrand van Katwijk aan den Rijn. Tegen 12.00 achtte C.-4 R.I. het waarschijnlijk, dat 1-4 R.I. wel zover zou zijn opgemarcheerd, dat de aanval op het vliegveld spoedig zou kunnen worden ingezet en dat deze aanval, gelet op de krachtige artilleriebeschieting door III-2 R.A., geen sterke tegenstand meer zou ondervinden. Hoe overigens de toestand bij dit bataljon en bij III-4 R.I. was, wist C.-4 R.I. niet. Doordat een Duitse patrouille omstreeks 9.00 onder meer het tankstation had bezet, was de rechtstreekse verbinding tussen de R.C. en die beide B.Cn ver broken en bereikte C.-4 R.I. geen enkel bericht van hen. Hij verzocht niettemin C.-III-2 R.A. het vuur op het vliegveld te doen staken. Intussen was C.-III-4 R.I. bezig, in het duinterrein nabij de watertoren, resten 123

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 141