van zijn bataljon, zijnde drie verzwakte sectiën van de 2e Compagnie en vijf zware mitrailleurs, in stelling te brengen. De aankomst in de loop van de middag van 2-1-4 R.I., gevolgd door delen van M.C.-I-4 R.I., welke onderdelen hij onder zijn bevel nam, verschafte hem de mogelijkheid opnieuw op te rukken naar het vliegveld. Met de hergroepering en het geven van de nodige bevelen ging echter geruime tijd heen, zodat eerst omstreeks 17.30 het vliegveld door de voorste troepen werd bereikt, nadat nog enige zwakke weerstanden waren opgeruimd waarbij onder meer C.-2-I-4 R.I. gewond geraakte. C.-I-4 R.I. kwam eerst omstreeks 19.30 met 3-1-4 R.I. op het vliegveld aan. Later in de avond werd ook 2-II-4 R.I. door C.-4 R.I. naar het vliegveld ge dirigeerd en onder bevel gesteld van C.-III-4 R.I. aldaar (zie blz. 126). In een der hangars bevond zich een aantal Duitse en Nederlandse gewonden, waarbij enig Duits geneeskundig personeel was achtergelaten. Op bevel van C.-III-4 R.I. nam de eerst aangekomen sectie van 2-1-4 R.I. stelling aan de noordzijde van het veld. De rest dezer compagnie (voorlopig ver minderd met de sectie die zich bij cp.-C.-4 R.I. te Katwijk aan den Rijn bevond) en de toegevoegde sectie van M.C.-I-4 R.I. werden voorlopig in een der hangars opgesteld. Later in de avond sloot de sectie uit Katwijk bij de compagnie aan. 3-1-4 R.I. en een sectie van M.C.-I-4 R.I. werden later opgesteld aan de zuid zijde van het veld. M.C.-I-4 R.I. (min twee sectiën) en de Vbd.A.-I-4 R.I. bleven als reserve aan de toegangsweg tussen de Wassenaarse weg en het vliegveld. 2-III-4 R.I., ter sterkte van nog slechts 75 man, werd eveneens aldaar opgesteld, terwijl de verzwakte M.C.-III-4 R.I. tot 23.00 de duinstelling zuid van de Water toren bezet hield en eerst op dat uur naar het vliegveld werd aangetrokken. 2-II-4 R.I., versterkt met een sectie zware mitrailleurs van M.C.-II-4 R.I., werd in een loods aan de westzijde van het veld ondergebracht. Tijdens het verblijf van deze onderdelen op het vliegveld werden, zowel door Duitse vliegtuigen als door een Engels vliegtuig, nog enkele bommen afgeworpen, welke, hoewel ze geen verliezen veroorzaakten, het door de vermoeienis, uitblijven van voedsel en ondergane spanningen reeds geschokte moreel der troepen nog meer drukten. Ook het beschieten van het vliegveld uit de richting van het door de vijand bezette dorp Valkenburg, waarbij na het invallen der duisternis lichtspoormunitie werd gebruikt, stichtte verwarring en gaf aanleiding tot het ongemotiveerd afgeven van eigen vuur, waarbij enige malen Nederlandse afdelingen elkander beschoten. Toen tenslotte de achtergebleven Duitse arts verzocht, de gewonden zo snel mogelijk af te voeren, daar volgens hem de Duitse luchtstrijdkrachten het vliegveld de volgende morgen zouden bombarderen, besloot C.-III-4 R.I. tegen het midder nachtelijk uur het veld te ontruimen en met de resten van zijn bataljon, versterkt met de onder zijn bevel gestelde 2-II-4 R.I. en een S.-M.C.-II-4 R.I., stelling te nemen in de duinrand zuid van de Watertoren, front naar het vliegveld. Temeer kwam hij tot dit besluit, aangezien 1-4 R.I. opdracht had ontvangen 124

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 142