Teneinde hieraan een einde te maken, deed C.-22 Dep.Bat. met de adjudant- onderofficier een sprong dwars over de weg naar Valkenburg naar een steenhoop, en onder dekking hiervan openden zij het vuur op die mitrailleur. Hierdoor sneuvelde de Duitse commandant (Leutnant Grissel) en een Duitse soldaat, waarna de rest van de Duitse bediening in het terrein verdween. De vijand had zich verder verschanst in het eerste boerderijencomplex links van de weg naar Valkenburg, van waaruit hij elke verdere gewaagde onderneming door vuur afstrafte. Zo sneuvelde de wachtmeester, C.-Det.5 Dep.Afd.B.A. (zie blz. 125), die de B.C. gevolgd was en moedig door de tuin van de woningen achter het café naar voren ging om de tegenpartij bij de boerderij in de flank te komen. Hoewel de brug in Nederlandse handen was en het voorterrein door vuur uit het café werd beheerst, was ongehinderd verkeer over de brug nog niet mogelijk, daar de vijand nog steeds in staat was krachtig vuur op de brug en de omgeving te brengen. Verder voorwaarts dringen was voor de zwakke Nederlandse afdeling nabij de brug zonder meer hulp niet mogelijk. De le en 2e Sectie van 3-22 Dep.Bat. waren intussen tot het klooster bij de Haagse Schouw genaderd en kregen opdracht, langs het klooster, Z.W. van de brug, het door de vijand bezette complex aan de weg naar Valkenburg uit het zuiden omvattend aan te grijpen. Deze actie, over het open terrein zuid van de Haagse Schouw, werd echter door 's vijands vuur, waardoor de beide sectiecommandanten al spoedig gewond geraakten, tot staan gebracht. Inmiddels was C.-II Dep.Inf., na zijn kapitein-adjudant voorlopig met de leiding der zaken in Leiden te hebben belast, bij de Haagse Schouw aangekomen, waar hij van dat moment af de leiding in handen nam. De vijand bestreek met zijn mitrailleurs nog steeds de grote weg naar 's-Graven- hage, de weg naar Leiden en ten dele de Haagse Schouw. C.-II Dep.Inf. besloot hieraan nu een einde te maken door de vijand in de flank of in de rug aan te tasten. Te 10.30 gaf hij daartoe aan C.-10 Dep.Bat., die met delen van 5 en 6-10 Dep.Bat. de noordelijke, oostelijke en zuidelijke uitgangen van Leiden had bezet, telefonisch het volgende bevel: „Ga met de beschikbare mortieren van het bataljon naar de Haagsche Schouw; tracht via den weg naar Valkenburg vooruit te gaan en verbinding op te nemen met mij nabij of in de steenfabriek aan den noordelijken oever van den Oude Rijn". De onderdelen van 5 en 6-22 Dep.Bat. (zie blz. 130), welke waren opgemarcheerd langs de Lage- en de Hoge Morschweg, hadden intussen bevel gekregen het kerk hof en de buitenplaats Rhijnhof te bezetten. 5-22 Dep.Bat. bezette het kerkhof, terwijl 6-22 Dep.Bat. te 9.00 een stelling innam op de rechter Rijnoever en van daar uit vuur bracht op de door de vijand bezette linker Rijnoever. Te 12.00 staken, op bevel van C.-II Dep.Inf., de 2e Sectie van 6-22 Dep.Bat. en een groep van de 2e Sectie van 5-15 Dep.Bat., onder dekking van zware mi- 132

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 150