Tevens droeg hij C.-9 R.I. op, II-6 R.A. zo nodig steun te laten verlenen aan
1 R.I. bij de opmars van dit regiment naar Den Haag. Een afschrift van dit bevel
werd aan C.-l R.I. gezonden.
Om 11.45 berichtte C.-III Div. telefonisch aan C.-9 R.I. dat de gelaste opmars
onmiddellijk moest worden gestaakt en dat een nader bevel zou volgen.
Om 11.50 ontving C.-9 R.I. de telefonische opdracht om, in plaats van naar
het eerstgenoemde rayon, zo snel mogelijk af te marcheren tot de brug over het
Oegstgeesterkanaal bij Kerkbuurt, alwaar noord van het kanaal een gedekte op
stelling tegen luchtaanvallen moest worden ingenomen en nadere bevelen moesten
worden afgewacht. Tevens meldde C.-III Div., dat zijn cp. van 14.00 af gevestigd
zou worden nabij de Postbrug, 1500 m N.O. van Kerkbuurt.
Om welke reden het marsdoel voor 9 R.I. werd gewijzigd, valt niet meer vast
te stellen. Vermoedelijk is een en ander te verklaren uit de intussen binnenge
komen berichten, welke wezen op een krachtig vijandelijk optreden bij Katwijk
aan den Rijn, vliegveld Valkenburg en dorp Valkenburg, waardoor meer kans
bestond op de noodzaak 9 R.I. aldaar in te zetten dan in de richting van de Haagse
Schouw-Wassenaar.
C.-III Div. had namelijk, vermoedelijk omstreeks 11.45 van C.-I L.K. bevel
ontvangen, met zijn gehele divisie (behalve 12 R.I.) naar Den Haag op te rukken
en persoonlijk daarbij de leiding te nemen. Er moest onder inzet van alle beschik
bare artillerie met kracht worden aangevallen. 12 R.I. moest, m.u.z. van een te
Haarlem achter te laten bataljon, gereed worden gesteld voor verplaatsing in
zuidelijke richting met versnelde middelen van vervoer.
Ter uitvoering van dit bevel besloot C.-III Div. tot de vorming van twee ge
vechtsgroepen en een reserve.
Voor de rechtergevechtsgroep bestemde hij 4 R.I., 1-1 R.I., III-2 R.A. en II-6
R.A., alles onder bevel van C.-4 R.I.
De linkergevechtsgroep, onder bevel van C.-l R.I., zou bestaan uit 1 R.I. (min I),
15 M.C. en 1-6 R.A.
9 R.I. (min III), 3 M.C., l-III Bat.pag. en III-6 R.A., onder bevel van C.-9
R.I., werd divisiereserve.
Volgens C.-III Div. is de vorming dezer gevechtsgroepen in een schriftelijk
bevel ter kennis gebracht van zijn ondercommandanten, doch deze bevestigen
geen van allen de ontvangst, zodat moet worden aangenomen, dat de bevelsover
brenging heeft gefaald.
Uit de hierna volgende beschrijving van de gebeurtenissen bij de verschillende
onderdelen zal meermalen blijken, dat geen juist inzicht bestond omtrent de be
velsverhoudingen en de uit te voeren opdrachten.
De rechtergevechtsgroep
(Zie ook schets/kaarten Nrs, 4, 4a en 8)
Op blz. 118 e.v. werd beschreven hoe 4 R.I., van 8.30 af gesteund door vuur van
III-2 R.A., reeds in de prille ochtend de strijd aanbond met de vijand, en hoe
140