Onder binnenstad werd verstaan dat gedeelte van de kom van 's-Gravenhage
waarin de voornaamste regeringsgebouwen waren gelegen.
Langs de grens van de binnenstad werden, na uitgifte van het daartoe strekkende
bevel, op 28 wegenkruispunten of straathoeken staande patrouilles geplaatst,
waarvan de sterkte varieerde van sectie onder een officier tot 1 korporaal en 4
man. Bij de belangrijkste patrouilles waren lichte en in enkele gevallen zware
mitrailleurs ingedeeld.
De drie bataljons van I Dep.Inf. zorgden elk voor de levering der patrouilles
langs het aan hen toegewezen grensgedeelte. De totale sterkte bedroeg 3 officieren,
22 onderofficieren en 265 korporaals en manschappen. Bovendien was een piket
aangewezen ter sterkte van ongeveer 50 man onder een officier, benevens 2 zware
mitrailleurs met bediening. Dit piket legerde aan de buitengrens van de binnen
stad.
De militaire bijstand bestond uit de opstelling van posten van 7 C.Ptr. en I
Dep.Inf. bij de belangrijkste openbare gebouwen en de woningen van autoriteiten.
Voor de bewaking en beveiliging van het Paleis Huis ten Bosch, waar de Ko
ninklijke Familie verblijf hield, droeg Res.G.C.Gr. zorg.
Naast de maatregelen, gericht tegen de binnenlandse vijand, was aan de garni
zoenscommandant van s-Gravenhage tevens de organisatie opgedragen van de
bestrijding van parachutisten in een rayon rondom het garnizoen binnen de
oorden Wassenaar-strandpaal 92-strandpaal 107-Poeldijk-Wateringen-Delft-
Leidschendam.
Hiertoe waren te zijner beschikking gesteld de motorverkeersbrigade politie-
troepen en twee eskadrons van het Dep.Cav.
De taak luidde: beletten, dat per vliegtuig aangevoerde vijandelijke troepen de
stad binnen dringen; zo mogelijk het vernietigen dezer troepen.
Getroffen maatregelen in het duinterrein noord van s-Gravenhage
(Zie schets/kaarten Nrs. 1 en 11)
Elk van de drie bataljons van I Dep.Inf. (Dep.Bat.Gr., Dep.Bat.J. en 4 Dep.
Bat.) bestond uit een staf en zeven (Dep.Bat.Gr.: acht) compagnieën, waarvan
le, 2e, 4e en 5e Comp.tirailleurcompagnieën en 3e en 6e Comp.specialistencom
pagnieën waren.
Bij Dep.Bat.J. en 4 Dep.Bat. was de 7e Comp. subsistentencompagnie; Dep.
Bat.Gr. had twee subsistentencompagnieën, n.l. de 7e en de 8e Comp. Bij 3-
Dep.Bat.Gr. was 1-1 Bat.pag. geformeerd, welke ter beschikking stond van G-
I Div.
Het kader van I Dep. Inf. bestond bijna uitsluitend uit reserve- en dienstplichtig
personeel. Aan beroepsofficieren werd slechts beschikt over één majoor, één
kapitein der militaire administretie en vier luitenants; aan beroepsonderofficieren
over enige adjudanten-onderofficier, sergeanten-majoor en sergeanten-capitulant.
De dienstplichtigen konden worden onderscheiden in de gewone dienstplich
tigen 1940 II, die drie maanden waren geoefend, en de buitengewone dienst
plichtigen 1938 en 1939, die pas zes weken in dienst waren.
162