Om 11.30 meldde zich bij C.-I Dep.Inf. de kapitein, commandant van de Infanterieschietschool (I.S.S.). Hij deelde mede, dat hij beschikte over vier zware mitrailleurs zonder bedie ningspersoneel, waarop C.-I Dep.Inf. aan C.-Dep.Bat.Gr. opdroeg, de nodige onderofficieren en manschappen te zijner beschikking te stellen. Het hierdoor ontstane detachement werd vervolgens nabij de commandopost van C.-I Dep.Inf. in reserve gehouden. Intussen had de Garn.C., in opdracht van C.-Vg.H., omstreeks 7.00 de on middellijke intrekking van de afsluiting binnenstad en de afmars van de daartoe ingezette onderdelen naar de ingang van het Haagse Bos gelast, alwaar zij ter be schikking kwamen van C.-Vg.H. T evens verzocht de Garn.C. aan C.-I Dep.Inf., zomogelijk nog meer compag nieën daarheen te dirigeren. C.-I Dep.Inf. gaf deze opdracht door aan zijn bataljonscommandanten en be paalde omstreeks 8.00, dat bovendien 5 en 6-Dep.Bat.Gr. naar het Haagse Bos moesten vertrekken. Omstreeks 9.00 bleek hem, dat C.-Vg.H. over het gehele 4 Dep.Bat. had be schikt en dat ook 1 en 4-Dep.Bat.J. naar H.K.-Vg.H. waren gezonden, zodat voor versterking der bezetting van de duinstelling geen infanteriedepotcompagnieën meer beschikbaar waren. Hierin kwam echter verandering ten goede, toen C.-Vg.H. in de loop van de dag weer enige compagnieën vrij gaf. Zo werd 4-Dep.Bat.J., welke compagnie in de morgen naar het Haagse Bos was verplaatst, om 13.00 op bevel van C.-Vg.H. naar de Alexanderkazerne aan de Van Alkemadelaan gezonden, met opdracht aan de C.C. zich ter beschikking te stellen van C.-I Dep.Inf. De compagniescommandant deed zijn compagnie voorlopig opstellen bij Klein Zwitserland en begaf zich op weg om zich te melden bij C.-I Dep.Inf. Hij trof echter eerst de Garn.C. aan, die de compagnie onder zijn bevelen nam en opdracht gaf haar ter plaatse te laten blijven. De compagniescommandant merkte op, dat hij door C.-Vg.H. onder bevel was gesteld van C.-I Dep.Inf. en dat hij zich daarom verplicht achtte nadere orders te vragen aan die autoriteit. Met toestemming van de Garn.C. begaf hij zich daarop naar de commandopost van C.-I Dep.Inf., die hem mededeelde, prijs te stellen op de inzet der compagnie in de duinstelling en hem verzocht zulks ter kennis te brengen van de Garn.C. Na terugkeer bij de Garn.C. vernam hij, dat deze reeds twee sectiën der com pagnie had doen verplaatsen, namelijk één naar Pompstation, waar contact moest worden opgenomen met een zich daar bevindend detachement van Dep.Cav., en één ter verkenning in de richting van de Kievit. De rest der compagnie moest ter plaatse ter beschikking blijven van de Garn.C. Intussen had ook C.-5-Dep.Bat.Gr. reeds om 11.15 op H.K.-Vg.H., waar hij zich op last van C.-I Dep.Inf. had gemeld, opdracht ontvangen met 5 en 6-Dep. Bat. Gr. per auto af te marcheren naar Pompstation en vervolgens op te rukken 165

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 183