Dank zij de op deze weg geplaatste vrachtauto's en de aanwezigheid van twee groepjes en twee zware mitrailleurs van 1 R.H.M. nabij kp.13 (3 km zuid van Delft), slaagden slechts enkele toestellen er in, op de weg te landen. In de loop van de morgen rukten de inzittenden van vermoedelijk 10 a 15 vlieg tuigen, gesplitst in groepen van wisselende sterkte, in de richting van Delft op, waar zij in gevecht geraakten met de depottroepen. 3 Dep.Bat., 1-14 Dep.Bat. en 3, 6, 7-6 Dep.Bat., hadden intussen de zuidrand van de stad tussen de Schie en de nieuwe weg naar Rotterdam bezet en de wegen naar Delfgauw, naar Abtswoude en naar Den Hoorn afgesloten. Bovendien werden de legeringsruimten dier onderdelen (enige gebouwen van de Technische Hoge school en in de omgeving daarvan) bewaakt en kleine offensieve acties onder nomen. De rest van 6 Dep.Bat. (Ie, 2e en 4e Comp.) nam opstellingen in aan de N. en N.O.rand van Delft en ageerde in de richtingen Nootdorp, vliegpark Ypenburg en west van de Vliet richting Rijswijk. Door dit optreden wisten de nog slechts korte tijd geoefende en uiterst zwak bewapende jonge depottroepen, in samenwerking met de luchtafweermiddelen, te bereiken dat de stad vrij van vijand bleef en dat vereniging van de noord en zuid van Delft gelande vijandelijke troepen ernstig werd bemoeilijkt. Hun aanwezigheid en hun optreden in samenwerking met andere onderdelen, vooral in de omgeving van Nootdorp en Pijnacker, hadden tevens ten gevolge, dat de op en nabij vliegveld Ypenburg samengetrokken luchtlandingstroepen geen uitwijkmogelijkheid meer zagen toen zij uit de richting Rijswijk werden aange vallen, en daarom capituleerden. Een korte beschrijving van de rondom Delft gevoerde acties moge hier volgen. Omstreeks 5.00, enige tijd nadat de eerste meldingen binnen kwamen omtrent het landen van valschermtroepen zuid van Delft, berichtten burgers, dat de fabriek „De Porceleyne Fles", gelegen in de zuidrand van de stad aan de oude weg naar Overschie, door Duitse parachutisten was bezet. C.-4-3 Dep.Bat., wiens compagnie nog maar gedeeltelijk voor uitrukken gereed was, nam naarmate personeel beschikbaar kwam, de volgende maatregelen. Hij zond een adjudant-onderofficier-instructeur met een geweergroep naar de Rotterdamse brug met opdracht een vijandelijk opdringen daarover te beletten. Een luitenant met twee groepen, waarbij één lichte mitrailleur, kreeg bevel het snijpunt van de oude Rotterdamse weg en de Jaffalaan te bezetten en af te sluiten en vervolgens de gemelde vijand bij „De Porceleyne Fles" te verkennen. Een andere officier kreeg enige tijd later met 11 geweergroep een overeen komstige opdracht. De eerst uitgezonden twee groepen bereikten de fabriek zonder enige moeite en namen, in samenwerking met personeel van 64 Pel.Lu.Mitr., een vijftal para chutisten, die zich binnen het gebouw ophielden, gevangen. Het was intussen omstreeks 5.30 geworden en op dat tijdstip zag de luitenant, commandant der twee groepen, dat een aantal transportvliegtuigen landde in de weilanden tussen oude en nieuwe Rotterdamse weg, ongeveer 1 a 2 km zuid van Delft. Hij zag 175

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 193