tevens verschillende patrouilles werden uitgezonden in de richting van Nootdorp en vliegveld Ypenburg. In Nootdorp vielen, na een kort gevecht, waaraan ook een groep pontonniers uit Pijnacker onder leiding van C.-I P.A. deelnam, 38 Duitsers, waaronder 2 officieren, in handen der depottroepen, terwijl aan de zuidrand van Ypenburg een groep van 40 man zich in de loop van de avond overgaf. De gevangenen werden naar Delft vervoerd. Een patrouille onder bevel van een luitenant van 2-6 Dep.Bat., die naar een geland vliegtuig west van de Lange Kleiweg was gezonden, wist in samenwerking met personeel van de luchtafweerbatterij Vetharding en een patrouille van deT.H. C. de 13 inzittenden tot overgave te dwingen. Tevens bezetten enige groepen van 2-6 Dep.Bat. de laboreerwerkplaats van de Artillerie-inrichtingen, gelegen tussen de Lange Kleiweg en de weg langs de Vliet, waar zich ook reeds een patrouille van de T.H.C. bleek te bevinden. Tussen deze groepen en de vijand, die zich genesteld bleek te hebben in een door de Nederlanders verlaten werkje op de oostoever van de Vliet, ontstond een vuurgevecht, dat eindigde met het wegtrekken der Duitsers in de richting van vliegveld Ypenburg. C.-2-6 Dep.Bat. bleef de laboreerwerkplaats bezetten en liet vandaar uit pa trouilleren in de richtingen waarin gelande vliegtuigen werden waargenomen. Een patrouille van de T.H.C., opgesteld aan de Koepoortbrug aan de oostrand van Delft, bracht daar in de loop van de ochtend een auto tot stilstand, waarin enige Nederlandse militairen, o.m. een kapitein en een luitenant, werden aange troffen, die door Duitse luchtlandingstroepen gevangen genomen en door deze gedwongen waren naar Delft te rijden. De Nederlanders werden bevrijd en de vier inzittende zwaar bewapende Duit sers gevangen genomen. Een andere patrouille van de T.H.C., uitgezonden in de richting van Nootdorp, kwam in contact met de vijand, waarbij een wachtmeester en vijf man in krijgs gevangenschap geraakten en naar Ypenburg werden afgevoerd. Ook voerde een patrouille van acht man van de T.H.C., aanvankelijk geleid door een tweetal Delftse politieagenten, vrijwillig een verkenning uit langs de westoever van de Schie, waarbij zij het Kruithuis bereikte, dat op verzoek van de daar aanwezige adjudant-onderofficier door de patrouille werd bezet. Gedurende de gehele dag bleven de manschappen der T.H.C. in het Kruithuis, waarvan het bezit van belang was, aangezien daar veel munitie was opgeslagen. De politie agenten gingen in de namiddag terug naar Delft om hulp te halen. Tijdens een vuurgevecht met enige tot in de onmiddellijke nabijheid doorge drongen Duitsers, geraakte een soldaat van de T.H.C. gewond. Omstreeks 19.00 werd het Kruithuis onder vuur genomen door eigen troepen, die niet beter wisten dan dat de vijand zich daar had genesteld. 2) Nadat het 177 0 De wachtmeester en één soldaat zijn op het vliegveld gesneuveld, vermoedelijk ten gevolge van een luchtbombardement. 2) De telefonische verbinding tussen het Kruithuis en Delft was al spoedig verbroken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 195