tussen in vuurcontact was gekomen met luchtlandingstroepen zuid van Delft, waarbij hem spoedig duidelijk werd, dat hij langs deze weg Den Haag niet zou kunnen bereiken. Onder achterlating van de luitenant van het mitrailleureskadron, keerde C.-l-l R.H.M. weer terug via Rotterdam en Gouda naar de autoweg Gouda-Den Haag, waar hem bleek, dat personeel van I Vl.A. uit Zoetermeer/Zegwaard en delen van 1 R.H.M. in een vuurgevecht waren gewikkeld met de inzittenden van enige tussen Bleiswijk en Berkel gelande vliegtuigen. De gehele dag werden in deze omgeving schermutselingen gevoerd, waaraan in de loop van middag en avond ook delen van het depot wielrijders, welke op last van C.-Vg.H. uit Gouda daarheen waren gezonden, en delen van I P.A. uit Pijn- acker deelnamen. Omstreeks 21.00, toen zij volkomen ingesloten waren, en een uit Gouda aan gekomen compagnie van het depot wielrijders de beslissende aanval dreigde in te zetten, gaven de luchtlandingstroepen, ter sterkte van 1 officier, 5 onderoffi cieren en 41 manschappen zich over aan C.-l-l R.H.M., die ze naar Gouda deed afvoeren. C.-l-l R.H.M. trok daarop met de aanwezige groepen van zijn onderdeel naar Wassenaar, waar hij zich tegen middernacht meldde bij C.-l R.H.M. De bij kp.13 achtergelaten luitenant van M.E.-l R.H.M. was met de daar ingezette groepen onder 's vijands druk teruggetrokken naar Rotterdam. Enige eigen gewonden en een tweetal krijgsgevangenen liet hij daar achter, waarna hij met zijn detachement naar Moordrecht vertrok, met de bedoeling langs de autoweg Gouda-Den Haag bij het regiment te Wassenaar aan te sluiten. Ter hoogte van Zevenhuizen werd namens C.-Lt.Div. opdracht ontvangen, naar Bergschen hoek te gaan en vandaar aan te vallen op de luchtlandingstroepen N.O. van Berkel. Het detachement reed over Bergschen hoek naar Bleiswijk en viel vandaar uit in W.richting aan. Men kwam echter onder eigen vuur en keerde daarom naar Bleiswijk terug, waar de nacht werd doorgebracht. Intussen hadden andere troepen van het depot wielrijders, die over Bleiswijk en Bergschen hoek naar de omgeving van het station Berkel waren gereden, aldaar eveneens een geland vijandelijk vliegtuig aangetroffen. Hier werden tien man, waaronder drie gewonden, krijgsgevangen gemaakt en afgevoerd naar Pijnacker, waarheen zich reeds een deel der wielrijders had begeven. In de loop van de avond deed de commandant van het tenslotte in de lijn Delf- gauw—Bergboezem (1000 m Z.W. van Oude Lede) aangekomen detachement wielrijders, op bevel van C.-Vg.H., pogingen om door te dringen naar de autoweg Delft-Overschie, waar zich vijand had vastgezet. Deze pogingen mislukten, aan gezien het geheel open terrein door vijandelijke zware mitrailleurs werd bestreken. Op verzoek van C.-VI Dep.Inf. bleef het detachement gedurende de nacht van 10 op 11 Mei grotendeels in stelling in de omgeving van Bergboezem, met de bedoeling op 11 Mei steun te verlenen aan de opmars der eigen troepen van Delft naar Overschie. 181

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 199