f. OVERZICHT VAN DE DOOR DE DUITSE EN NEDERLANDSE TROEPEN RONDOM 'S-GRAVENHAGE BEREIKTE RESULTATEN OP DE EERSTE OORLOGSDAG; WEDERZIJDSE VOORNEMENS De door de Duitse luchtlandingstroepen rondom 's-Gravenhage bereikte resul taten op 10 Mei waren, wanneer we deze afwegen naar de gestelde doeleinden, slechts zeer gering. Immers: de aanvankelijk ten koste van zware verliezen in hun handen geraakte vliegvelden Ockenburg, Ypenburg en Valkenburg moesten weer door hen worden vrijgegeven en waren alle bovendien door artillerie- en luchtbombardementen, alsmede door de daarop gelande vliegtuigen die niet meer konden opstijgen, on bruikbaar geworden voor verdere landingen. De voorgenomen opmars naar het Regeringscentrum 's-Gravenhage werd daardoor reeds in de kiem gesmoord. De ingezette luchtlandingstroepen hadden zware verliezen geleden, zowel aan gesneuvelden, gewonden en krijgsgevangenen, als aan vliegtuigen en wapenen en waren gesplitst in een aantal, los van elkander optredende detachementen van zeer verschillende, toevallige samenstelling. 1) De commandant van de 22e Luchtlandingsdivisie, die op vliegveld Ypenburg had moeten landen, was noodgedwongen in de duinen nabij Ockenburg aan de grond gezet en kon geen radioverbinding krijgen met de commandanten van 47 en 65 R.I., aangezien de radioverbindingscompagnie elders een noodlanding had moeten maken. Hij was daardoor ook niet in staat nadere aanwijzingen voor de te volgen gedragslijn aan zijn onderdelen te geven, ook niet, toen in de avond van 10 Mei verbinding tot stand kwam met C.-Luftflotte 2 (Kesselring), die de gegeven opdracht ten aanzien van de opmars naar 's-Gravenhage introk en bevel gaf zich met alle beschikbare troepen door te slaan naar Rotterdam en deze stad in het noorden af te sluiten. Van de omstreeks 7000 man sterke divisie waren slechts ongeveer 2000 man rondom 's-Gravenhage geland. De rest, waaronder vrijwel alle zware wapens en de geneeskundige formaties, kon niet meer worden ingezet wegens gebrek aan landingsmogelijkheden en werd daarom op de vliegvelden in Duitsland vastge houden of keerde daarheen terug. De verliezen aan personeel waren niet alleen ontstaan tijdens en na de landingen op en nabij de vliegvelden, maar eveneens gedurende de vlucht van de Duitse grens daarheen. Volgens Duitse gegevens werden 10 a 15 beladen transport vliegtuigen boven verschillende plaatsen van Nederland neergeschoten, hetgeen alleen reeds een verlies betekende van 150 a 200 man. 182 De gelande eenheden hadden gemiddeld 42% verliezen geleden aan officieren en 28% aan overig personeel. Bij 11-65 R.I. bedroegen de personeelsverliezen zelfs 50%. Van de als eerste golf ingezette Junker-transportvliegtuigen was bijna 90% niet in staat naar de bases in Duitsland terug te keren. („Die Geschichte der 22 Infanterie-Division 1939-1945 von Friedrich August von Metzsch", waaraan ook de volgende gegevens grotendeels zijn ontleend.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 200