Slechts een handvol overlevenden wist de toestellen te verlaten en zich ter verdediging in te richten. Verdere landingen op het veld waren uitgesloten. De hierna genoemde, voor Ypenburg bestemde onderdelen (voor zover niet reeds bij Ockenburg vermeld) voerden landingen uit op en nabij vliegveld Valken burg (delen van 6 en 8-II-65 R.I.), op en nabij de autoweg Den Haag-Rotterdam (delen van 13-111-47 R.I.), oost van Hoek van Holland (delen van 2 en 3-1-65 R.I.) en te Waalhaven (4-1-65 R.I.). Op het einde van de dag waren practisch alle op en rondom Ypenburg ingezette Duitse luchtlandingstroepen door de Nederlandse strijdkrachten gedood of ge vangen genomen. Tussen Delft en Overschie handhaafde zich nog een detache ment ter sterkte van ongeveer 200 man, in hoofdzaak van 8-II-65 R.I. Valkenburg e.o. St.-47 R.I. en St., 9, 10, 12-111-47 R.I. landden omstreeks 5.20 op het vliegveld, zonder dat daarbij zware verliezen werden geleden. Zij wisten, met behulp van de valschermjagers, de verdedigers terug te werpen of gevangen te nemen. De gelande toestellen konden echter niet weer opstijgen, doordat zij ten gevolge van de slappe bodem weggezakt waren. Verdere landingen op het veld konden daardoor, alsmede door artilleriebe schieting en luchtbombardementen, niet meer plaats vinden, zodat de omstreeks 10.50 aankomende transporttoestellen met 11-47 R.I. deels op het strand en in de duinen zuid van Katwijk landden, deels naar de vliegvelden in Duitsland terug keerden. Na de gedwongen ontruiming van het vliegveld ten gevolge van het Nederlandse artillerievuur, zetten het gros van 111-47 R.I., waarbij ook de gewonde C.-47 R.I. zich bevond, alsmede een honderdtal manschappen van 6 en 8-II-65 R.I., die in plaats van op Ypenburg op Valkenburg waren geland, zich vast in en rondom het dorp Valkenburg, terwijl delen van de 6e Compagnie valschermjagers en van 5 en 6-II-47 R.I. (ongeveer 150 man) zich in het duinterrein N.W. van Wassenaar bleven ophouden. Hoewel dus geen der concrete doeleinden door de Duitse luchtlandingstroepen was bereikt, had hun optreden ten gevolge, dat het gehele I L.K. tegen hen was ingezet en dus niet meer beschikbaar was voor eventuele verplaatsing naar meer bedreigde frontgedeelten. Zelfs werden troepen van het veldleger verplaatst naar het hart des lands. x) 184 0 Zo kwamen tussen 10 Mei 21.00 en 11 Mei 3.00 te Rotterdam aan: St., 1-11 R.I., 11 C.Mr., 11 C.Pag. (min een sectie), IV-10 R.I. en IV-15 R.I., terwijl St., 11-20 R.I., 111-16 R.I. (min 2), 111-21 R.I., 20 C.Mr., 20 Bt.6 veld en 20 C.Pag. (waarbij tevens een sectie pag. van 9 G.B. en een sectie pag. van 20 G.B. wiren ingedeeld) en 1-III-15 R.A. op 10 Mei naar Leiden werden vervoerd, vanwaar 111-21 R.I. met de sectie pag. van 20 G.B. nog in de avond van die dag werd doorgezonden naar Rotterdam, waar het bataljon op 11 Mei 4.00 aankwam.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 202