Bovendien waren de Nederlandse luchtstrijdkrachten in een heldhaftige, maar op den duur hopeloze strijd tegen een overmachtige tegenstander, grotendeels ten onder gegaan en hadden de luchtafweermiddelen, naast de door hen behaalde grote successen, ernstige verliezen geleden. Doordat landing van valschermjagers en transportvliegtuigen op tal van plaatsen werd gemeld, terwijl men daarbij de aantallen meestal schromelijk overdreef, werd aan Nederlandse zijde de sterkte der gelande troepen zeer overschat. Dit kwam ook, doordat de betrekkelijk zwakke, doch stoutmoedig optredende, van de meest moderne wapenen voorziene Duitse troepen zich op de meeste plaatsen wisten te handhaven tegenover numeriek veel sterker, maar minder effi cient bewapende Nederlandse tegenstanders en deze daarbij meermalen vrij zware verliezen wisten toe te brengen. Bovendien werd veel onrust gezaaid door talloze geruchten omtrent het op treden van Duitse troepen in Nederlandse uniformen of in allerlei vermommingen, en over verraderlijke aanslagen van leden der vijfde colonne, in het bijzonder in Den Haag. 2) In de loop van 10 Mei was gebleken, dat de bevelsverhoudingen aan Neder landse zijde onvoldoende waren geregeld, zodat meermalen verwarring was op getreden. Teneinde hierin voor de komende dagen verbetering te brengen, bepaalde C.-Vg.H. in de avond van 10 Mei dat C.-I L.K. alle troepen, gelegerd of optreden de binnen het actiegebied van I L.K., onder zijn bevel zou nemen. C.-I L.K. bepaalde daarop, dat alle troepen, gelegerd of optredende noord van de lijn strandpaal 97-Veur/Leidschendam-Zoetermeer/Zegwaard, onder bevel traden van C.-III Div. en de troepen in en zuid van deze lijn onder C.-I Div. Tevens gaf hij een „Algemeen Verdedigingsbevel" uit (zie bijlage V). 3) Zoals uit Hoofdstuk IV zal blijken, is aan dit bevel geen volledige uitvoering gegeven, aangezien het door het ingrijpen van C.-Vg.H. spoedig werd gevolgd door offensieve opdrachten, ten doel hebbende af te rekenen met de nog weerstand biedende en eventueel nog landende vijandelijke indringers en tevens op te rukken naar het bedreigde Rotterdam, De groepering van de Nederlandse strijdkrachten in de nacht van 10 op 11 Mei is globaal weergegeven op schets/kaart Nr. 13. 185 1) Op 10 Mei hadden de Nederlandse strijdkrachten rondom 's-Gravenhage in totaal 328 ge sneuvelden. 2) Enkele verdachte schietpartijen buiten beschouwing latende, is niets gebleken van het gewapend optreden van burgers. Een georganiseerd optreden van een vijfde colonne moet naar het rijk der fabelen worden verwezen. Zie hieromtrent ook: „De Duitse vijfde colonne in de tweede wereld oorlog" door L. de Jong (Academisch proefschrift 1953). 3) C.-I L.K. merkt omtrent dit bevel op: „Het ware beter geweest indien dit bevel niet onder den naam „Verdedigingsbevel" was uitgegaan, omdat daardoor bij de Nederlandsche troepen de indruk kon worden gevestigd, dat van verdere aanvallen werd afgezien. Dat dit zeer zeker niet de bedoeling was, blijkt wel uit de aanvallende actie van den volgenden dag".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 203