1-I-R.J. (min 3e Sectie), versterkt met twee sectiën van 2-II-R.Gr., een sectie van M.C.-I-R.J. en het reeds in zijn vak opgestelde pag. en geschut van 6 veld, beveiligt de Z.W.zijde van het kantonnement van de Prins Hendrikstraat af (aan leuning aan 2e Comp.) tot de N.O.-Z.W. lopende sloot, ongeveer in het verlengde van de Houtweg. 1-I-R.Gr. (min een sectie) beveiligt de zuidzijde en neemt daartoe achter ge noemde sloot en langs de Houtweg stelling, van 200 m Z.W. tot 600 m N.O. van de Nieuwe weg. Deze opdrachten werden door de C.Cn als volgt uitgevoerd. C.-2-I-R.J., die bij de verffabriek in de Lisztstraat een sectie pag. en een sectie 6 veld, en op de Emmastraat hoek Tramstraat een stuk 6 veld aantrof, droeg aller eerst zorg voor de onmiddellijke beveiliging dezer stukken door ter plaatse res pectievelijk een en twee groepen stelling te doen nemen. Vervolgens deed hij twee sectiën stelling nemen aan de Prins Hendrikstraat, zodat de Kijkduinsestraat en alle in N.W.richting lopende zijstraten onder vuur konden worden genomen. Tevens werden deze straten gebarricadeerd. De 2e Sectie van M.C.-I-R.J. werd opgesteld nabij de viersprong (samenkomst Kijkduinsestraat, Emmastraat, Willem III straat en Wilhelminastraat), waar zich ook een stuk 6 veld bevond. x) C.-1-I-R.J. plaatste de le Sectie zijner compagnie aan de Wilhelminastraat en in de zijstraten tussen deze en de Prins Hendrikstraat. De 4e Sectie deed hij opstellen in het verlengde van de Ockenburgstraat, zuid van de Wilhelminastraat tot het punt waar aansluiting werd verkregen met 1-I-R.Gr. De beide sectiën van 2-II-R.Gr. vormden een diepteverdediging langs de Ocken burgstraat tussen de Prins Hendrikstraat en de Wilhelminastraat. De 3e Sectie van M.C.-I-R.J. zette hij in op de hoek Ockenburgstraat-Wilhel- minastraat en zuid van laatstgenoemde straat. 2) C.-l-I-R.Gr. plaatste één sectie op de driesprong Willem III straat-Houtweg ter afsluiting van de Nieuwe weg en het aansluitende terrein Z.W. daarvan; één sectie op samenkomst Stationsweg en Houtweg en één sectie langs de Houtweg tot 500 m N.O. van laatstgenoemd punt van samenkomst. De 4e Sectie van M.C.-I-R.J. kwam in stelling op de Willem III straat, hoek Houtweg. In de loop van de dag kwamen op de cp. van C.-I-R.J. voortdurende berichten binnen van burgerzijde, welke duidden op het optreden van verdachte personen in het dorp, het binnendringen van Duitse militairen, vermomd als burger, politieagent, non, Nederlandse militair enz. Een luitenant van St.-I-R.J. werd door de B.C. belast met het verrichten van huiszoekingen in daarvoor in aanmerking komende percelen. Ook C.-1-I-R.J., die in de nabijheid van zijn cp. werd beschoten, liet een vijftiental woningen in de Wilhelminastraat onderzoeken en de mannelijke bewoners opbrengen naar het 192 Waar de vierde sectie en de cp. van 2-I-R.J. zich bevonden, is niet meer na te gaan. 2) Waar de 2e Sectie van 1-I-R.J. en de cp. van de C.C. zich bevonden, is niet meer na te gaan. De 3e Sectie was te Wateringen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 210