had gemeld bij de Kant.C. (C.-VI Dep.Inf.), door deze gedirigeerd naar de auto weg Delft-Overschie, waar C.-6 Dep.Bat. nadere aanwijzingen zou verstrekken. C.-2-II-R.Gr. ging met een sectie zijner compagnie langs de autoweg voor waarts, op enige afstand gevolgd door de andere sectie, de M.C. en de sectie mortieren. C.-II-R.Gr. met zijn commandogroep volgde op enige afstand. Volgens de Kant.C. moest C.-6 Dep.Bat. zich verder zuidelijk aan de autoweg bevinden, vermoedelijk even ten noorden van de Vorkbrug. l) Bij deze brug wer den echter geen eigen troepen aangetroffen. C.-II-R.Gr. liet halt houden en dekking nemen in het struikgewas aan de oost zijde van de weg. Vervolgens zond hij een patrouille onder een sergeant vooruit. Deze keerde na enige tijd terug met bericht, dat zij de weg hadden gevolgd tot een punt, waar een vernield vliegtuig dwars er over lag. C.-6 Dep.Bat. of eigen troepen waren nergens te zien. De B.C., die aannam dat C.-6 Dep.Bat. intussen verder was opgerukt, zond een luitenant per auto vooruit, doch deze keerde terug daar het bewuste vliegtuig de weg zodanig versperde dat de auto niet kon passeren. C.-II-R.Gr. gelastte daarop de voortzetting van de opmars. Toen de voorpatrouille het vliegtuig bereikte, ontving zij verrassend mitrailleur- vuur uit het zijterrein, waardoor een sergeant en een grenadier dodelijk werden getroffen en de overigen terugvloeiden op de hoofdmacht, waar zij door de B.C., C.-M.C. en C.-I Div. werden opgevangen. 2) Enige lichte en zware mitrailleurs werden in stelling gebracht en beantwoordden het vuur, evenals enige verder achterwaarts opgestelde eigen vuurorganen, zoals mortieren en pag. Het vliegtuig geraakte in brand, waardoor de omgeving helder werd verlicht en de eigen troepen zich duidelijk aftekenden, in verband waarmede zij dekking zochten in het struikgewas langs de wegberm. Toen het vliegtuig was uitgebrand, gelastte de B.C. omstreeks 2.30 de terug tocht naar het viaduct. Hij was namelijk van mening, dat de ingenomen opstel lingen te weinig dekking zouden bieden wanneer de dag zou aanbreken. Aangezien de autoweg door vuur werd bestreken, trokken velen terug door het zijterrein, waar enige sloten doorwaad moesten worden. Tijdens deze terugtocht werd ook vuur ontvangen van eigen troepen in de zuidrand van Delft (zie hierna), waardoor de reeds ingetreden verwarring nog toenam en materieel werd achtergelaten. Zo verloor de M.C. al haar verbindings- materieel, drie afstandmeters en een aantal rijwielen. Bij het overschrijden van de Vorkbrug werd C.-M.C. dodelijk getroffen. C.-2-II-R.Gr. verwondde zich bij het doorwaden van een sloot aan een scherp voorwerp en moest, na terugkeer te Delft, in het hospitaal worden opgenomen. Bij het viaduct, waar de resten van het bataljon omstreeks 11 Mei 4.00 waren verzameld, werd de orde hersteld en een verdedigende opstelling ingenomen. 196 0 De Kant.C. wist op dat tijdstip blijkbaar niet, dat de opmars van 6 Dep.Bat. niet was doorgezet en dat de B.C. zich op zijn cp. in de Technische Hogeschool bevond. 2) De vijand had zich vermoedelijk onder meer vastgezet ter hoogte van de Karitaatbrug.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 214