Terwijl zich tussen middernacht en 4.00 het bovenstaande afspeelde, was l-III- 9 R.I. (min le Sectie), versterkt met de 2e Sectie van M.C.-III-9 R.I., te Delft aangekomen en door de Kant.C. ter beschikking gesteld van C.-6 Dep.Bat., die zich in de Z.O.rand van Delft moest bevinden. Aldaar aangekomen, werd tevergeefs getracht de verblijfplaats van deze B.C. te ontdekken. Op een politiepost werd tenslotte vernomen, dat de cp. van 6 Dep.Bat. zich vermoedelijk bevond aan de autoweg ter hoogte van het viaduct over de weg naar Delfgauw. Omstreeks 22.30 ter plaatse aangekomen, werden wel enige depottroepen aan getroffen onder een luitenant, maar ook deze bleek niet bekend met de juiste plaats van cp.-6 Dep.Bat. Wel deelde de luitenant mede, dat de weg naar Delf gauw, oost van het viaduct, van tijd tot tijd door de vijand onder vuur genomen werd en dat zich geen eigen troepen in het voorterrein bevonden. Aangezien de jonge depottroepen oververmoeid waren en onvoldoende ge oefend in het gebruik van vuurwapenen, nam C.-1-III-9 R.I. op verzoek van de luitenant de taak dier troepen over. Op en ter weerszijden van het viaduct werden wachten geplaatst. De niet voor beveiliging aangewezen groepen betrokken alarm kwartieren langs de weg naar Delfgauw. 3-III-9 R.I. (min 3e en 4e Sectie), 4e Sectie-M.C. en een sectie-9 C.Pag. werden na aankomst te Delft door C.-6 Dep.Bat. gedirigeerd naar de zuidrand van de stad tussen het viaduct over de weg naar Delfgauw en de begraafplaats Jaffa, met opdracht, de buitenwijken van vijand te zuiveren. Dat zich eigen troepen in het voorterrein bevonden werd niet medegedeeld. 2) C.-III-9 R.I., die met deze compagnie meegekomen was, keerde terug naar Rijswijk, nadat hij zijn compagnieën in de zuidrand van Delft had bezocht. Het is niet te verwonderen, dat door delen van 1 en 3-III-9 R.I. vuur werd gebracht op de terugvloeiende troepen van II-R.Gr., en er mag nog van geluk worden gesproken dat, afgezien van C.-MC.-II-R.Gr., geen verliezen door eigen vuur werden geleden. Het Pel.pag.-3 R.H. nam op 11 Mei tussen 1.00 en 2.30 met de le Sectie stelling aan de oude weg naar Overschie in de zuidrand van Delft en met de 2e Sectie op de nieuwe autoweg bij het viaduct aan de Z.O.punt der stad. 11-12 R.I., verminderd met de bij Ypenburg achtergelaten le Compagnie en een sectie van de M.C., en versterkt met 12 Bt.6 veld (min een sectie), een S.-12 C.Mr. en een S.-12 C.Pag., was in de nanacht van 10 op 11 Mei in opmars langs de autoweg ter hoogte van Delft. De B.C. had n.l. omstreeks 10 Mei 22.00 te Voorburg van C.-I Div. opdracht ontvangen, op te rukken naar de lijn Oude Laan-Molensloot, Z.O. van Delft, en 197 0 Dat zich op dat ogenblik eigen wielrijders van het depot uit Gouda te Delfgauw en Z.O. daarvan langs de weg naar Bergboezem bevonden, wist deze luitenant blijkbaar niet. 2) II-R.Gr. is vermoedelijk kort vóór de komst van 3-III-9 R.I. voorwaarts gegaan langs de autoweg. Aan C.-6 Dep.Bat. was dit niet bekend.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 215