zich daar ter weerszijden van de autoweg over een totale frontbreedte van 800 m ter verdediging in te richten. Deze opdracht was een uitvloeisel van het op dat tijdstip nog door C.-I Div. gehandhaafde plan om in de zuidrand van Delft, en wel in de door de voorste troepen bereikte lijn, een verdedigend front te doen vormen, zulks ter uitvoering van het door C.-I L.K. verstrekte verdedigingsbevel. C.-VI Dep.Inf., die voornemens was op 11 Mei bij het aanbreken van de dag voort te gaan met de opmars richting Overschie, had om 23.30 daartoe reeds enige aanwijzingen verstrekt aan zijn B.Cn, welke hij omstreeks 1.15, (toen hem wel de opdracht van C.-I Div. had bereikt om de aanval voorlopig stop te zetten, maar nog niet die om een verdedigend front te vormen) herhaalde en verduide lijkte. Zo stelde hij 3.30 vast als tijdstip van aanvang van de opmars, terwijl hij de te bereiken doellijnen uit het bevel van 10 Mei handhaafde. Enige tijd daarna ontving C.-VI Dep.Inf. echter van C.-I Div. bovenbedoelde opdracht tot het vormen van een verdedigend front, die hij omstreeks 3.25 doorgaf aan zijn B.Cn, waarbij hij echter vasthield aan zijn reeds gegeven bevel om door te dringen tot de eerst te bereiken lijn: Kruithuis-Kp. 11 aan de autoweg. Onmiddellijk daarop echter (om 3.40) berichtte hij aan zijn B.Cn: „C.-I Div. trekt verdedigingsbevel in en draagt op offensief op te treden richting Z Intussen had namelijk de telefonische opdracht van C.-Vg.Holland (zie blz. 188) C.-I Div. bereikt. Door deze kort op elkander volgende tegenstrijdige bevelen werden de voor waartse acties van VI Dep. Inf. vertraagd. De gang van zaken was als volgt. West van de Schie werd door de daar ingezette delen van 3 Dep.Bat., zijnde de le Comp. (min 1J sectie) en de kaderklasse van de 5e Comp., volstaan met enige patrouillegang uit de omgeving van het Kruithuis in Z.richting. Oost van de Schie, langs de oude Rotterdamse weg, rukten om 3.30 delen van de 4e Comp. en de le Comp., benevens de 3e Sectie van de 2e Comp. van 3 Dep. Bat. op. Deze actie werd gesteund door de 3e Sectie van M.C.-III-9 R.I., die onder bevel van C.-3 Dep.Bat. was gesteld. De voorste groepen drongen aanvankelijk door tot Kp.2.2, maar gingen in verband met het vijandelijke vuur, dat verrassend uit verschillende punten werd afgegeven, spoedig terug tot ter hoogte van het Kruithuis. Omstreeks 15.00 werd opnieuw voorwaarts gegaan, waarbij de sectie pag. van het Pel.pag.-3 R.H., die nabij Kp.l in stelling was gebracht, op last van een luite nant artillerieofficier-inlichter van II-2 R.A., in voorste lijn mee oprukte. Afwis selend halt houdende om weerstandskernen onder vuur te nemen en weder terrein winnende, bereikten een sectie van 1-3 Dep.Bat. en een trekker met per soneel van het pag., geleid door de luitenant der artillerie, omstreeks 16.45 de zijweg ter hoogte van het voetveer nabij Kp.3.6. Enige parachutisten hadden zich intussen overgegeven en de Nederlandse officieren kregen de indruk, dat de Duitse weerstand verslapte. Aangezien op de autoweg bij de viersprong zuid van Kp.l3 vijandelijke vuur- 198

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 216