organen zichtbaar waren, die kennelijk in N.richting vuur brachten en dus de opmars van de Nederlandse troepen langs die weg trachtten te beletten, deed de S.C. een mitrailleur in stelling komen en de vijand nabij Kp.13 onder vuur nemen. Het gevolg hiervan was, dat de Duitsers op de autoweg met witte lappen gingen zwaaien. Beide Nederlandse officieren besloten daarop, zich langs de zijweg naar hen toe te begeven en ze gevangen te nemen. Aangezien de intussen reeds gevangen gemaakte Duitsers onder overdreven sterk geleide waren afgevoerd, waren nog slechts een twintigtal manschappen ter plaatse beschikbaar. Onder vuurdekking van een in stelling staande lichte mitrailleur, gingen beide officieren en enige manschappen langs de geheel open weg in oostelijke richting. Toen zij de autoweg tot 50 m waren genaderd, werden zij van verschillende kanten verrassend onder vuur genomen, waardoor de luitenant der artillerie en een onderofficier sneuvelden en de luitenant sectiecommandant en enige man schappen gewond geraakten. J) Dit échec had tevens tengevolge, dat de rest der compagnie terugtrok tot ter hoogte van het electrisch gemaal. Op de autoweg Delft-Overschie speelde zich intussen het volgende af. Kort nadat het teruggeslagen II-R.Gr. bij het viaduct was aangekomen, ging de 2e Sectie van 2-3 Dep.Bat., gevolgd door enige groepen van 3-3 Dep.Bat., vandaar voorwaarts langs de autoweg, op bevel van C.-6 Dep.Bat. De lijn Oude Laan-Molensloot werd zonder incidenten bereikt, maar zuid daarvan geraakten de voorste groepen onder vuur en kwam de beweging tot stil stand. Intussen had C.-1-III-9 R.I. eveneens opdracht ontvangen voorwaarts te gaan en het terrein ter weerszijden van de autoweg te zuiveren van vijand. De C.C. beschikte over drie sectiën zijner eigen compagnie, één sectie van 3-III-9 R.I. en twee sectiën van M.C.-III-9 R.I. Bovendien ontving hij vuursteun van de 2e Sectie van Pel.pag.-3 R.H., in stelling nabij het viaduct. De compagnie ging voorwaarts met drie voorsectiën en een sectie op 200 m afstand daar achter. Van de zware mitrailleurs werd één stuk opgesteld op de tweede étage van een huis nabij het viaduct; een sectie werd aangewezen voor luchtdoelbestrijding en twee stukken werden voorlopig in reserve gehouden. Nauwelijks was de opmars begonnen, of er werd rugvuur van eigen troepen ontvangen uit de richting Delfgauw. 2) Door fluitsignalen en tekens kon dit vuur worden beëindigd. 199 0 De gewonden zijn na het invallen van de duisternis door de Duitsers naar een boerderij gebracht, vanwaar zij in de morgen van 12 Mei door burgers per vrachtauto naar Overschie werden vervoerd. 2) Dit was vuur van 11-12 R.I., welk bataljon tijdens de opmars langs de oostzijde van Delft vuur had ontvangen uit Z.richting, waardoor de mening post vatte, dat de omgeving van het viaduct door de vijand was bezet.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 217