Aangezien het terrein ter weerszijden van de autoweg geheel open was en voortdurend sloten moesten worden overbrugd of doorwaad, waardoor veel tijd verloren ging, liet de C.C. al spoedig de gehele compagnie aantrekken naar de bedekte randen ter weerszijden van de weg, waar de reeds vooruit gegane depot troepen werden aangetroffen. Daarna werd door de bermsloten opgerukt met twee voorsectiën en twee sectiën op 200 m daar achter. Zowel uit O. als uit Z.richting werd kort daarna mitrailleurvuur ontvangen. Een door de C.C. naar voren gehaalde sectie zware mitrailleurs nam oost van de weg enige vliegtuigen, waaronder, naar de C.C. vermoedde, de vijandelijke vuur- organen waren opgesteld, onder vuur. Het vuur eindigde daardoor echter niet. J) Tot overmaat van ramp sprong omstreeks 7.30 een projectiel van de sectie pag. te midden van een der sectiën van 1-III-9 R.I., waardoor vier manschappen ge wond geraakten. De C.C. ging daarop met de gewonden terug naar het viaduct om het eigen vuur te doen beëindigen. Hij slaagde erin een pantserwagen te zijner beschikking te krijgen, stuurde deze naar voren en keerde naar zijn compagnie terug. Onder dekking van de pantserwagen rukten de voorsectiën verder op tot plotse ling enige projectielen van de eigen mortieren in de nabijheid insloegen en vier manschappen licht verwondden. De C.C. besloot daarop tot de terugtocht naar het viaduct. Het was toen om streeks 12.00. Na aankomst bij het viaduct gelastte de daar aanwezige C.-III-9 R.I. afmars van de compagnie naar kwartieren te Delft, teneinde te eten en te rusten. De depottroepen van 3 Dep.Bat. waren met 1-III-9 R.I. teruggetrokken en werden omstreeks 13.00 naar de kwartieren in de Mijnbouwstraat gezonden. Hiermee waren de offensieve acties op 11 Mei, ingezet onder leiding van C.-VI Dep.Inf., geëindigd. Alle niet hierboven genoemde compagnieën van 3 en 6 Dep.Bat. bleven die dag in de reeds ingenomen opstellingen in de buitenranden van Delft, dan wel nabij de legeringsruimten. De compagnieën van 14 Dep.Bat. (2e, 3e, 5e en 6e Comp.) vormden een nieuwe verdedigingslijn rondom het centrum van de stad. 7-14 Dep.Bat. werd in de loop van de dag belast met de bewaking van de krijgsgevangenen, die op de Paardenmarkt werden verzameld. Thans dient nog in beschouwing te worden genomen het verloop van de op die dag ondernomen actie onder leiding van C.-R.J., welke door C.-I Div. was gelast. Op blz. 188 werd vermeld, dat C.-I Div. in de vroege morgen van 11 Mei C.-R.J. telefonisch naar Den Haag ontbood en vervolgens zelf omstreeks 5.30 zijn cp. te Rijswijk weder bezette. 200 9 Vermoedelijk is ook door de wielrijders op de weg zuid van Delfgauw vuur gebracht in de richting van de autoweg.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 218