Door verschillende omstandigheden, zoals oponthoud wegens gemelde para chutisten nabij de marsweg, duurde het geruime tijd voordat C.-R.J. met zijn staf, 48 C.Pag., 48 C.Mr. (min een sectie) en 48 Bt.6 veld 's-Gravenhage (de Bataaf) bereikte. C.-R.J., die zich eerst had gemeld op het St.K. van C.-I Div., ging vandaar naar de cp. te Rijswijk, waar hij omstreeks 12.30 aankwam. Hij ontving van C.-I Div. de opdracht, zich naar de Z.O.rand van Delft te begeven en het bevel op zich te nemen over de daar aanwezige onderdelen van II-R.Gr., III-9 R.I. en 11-12 R.I. met toegevoegde wapens. Bovendien moest 48 C.Pag. hem naar Delft begeleiden. C.-I Div. deelde hem voorts mede, dat delen van VI Dep.Inf. in opmars waren langs de oude Rotterdamse weg, en dat delen van 3 R.H. zouden oprukken over Berkel en Rodenrijs, teneinde vandaaruit de vijand aan de autoweg in flank en rug aan te grijpen. C.-R.J. moest met de te zijner beschikking gestelde troepen oprukken langs de autoweg Delft - Overschie en langs de kunstweg Delfgauw-Schiebroek, de vijand terugwerpen en het terrein tussen beide wegen zuiveren. Twee sectiën van II-2 R.A. zouden als begeleidende artillerie ter beschikking komen, terwijl de rest der afdeling uit de zuidrand van Delft de opmars zou steunen. Ter uitvoering van deze opdracht zond C.-R.J. een motorordonnans naar C.-48 C.Pag. bij de Bataaf, waarna deze compagnie naar Rijswijk vertrok. Tijdens de mars door Den Haag geraakte zij echter nabij de Zeestraat verwikkeld in de daar gevoerde schermutselingen met vermeende leden der vijfde colonne, waardoor zij eerst om 16.00 te Rijswijk aankwam (zie blz. 208). C.-R.J. was intussen naar Delft vertrokken en kwam omstreeks 14.00 bij het viaduct over de weg naar Delfgauw aan. Tot goed begrip van de verdere gang van zaken is het van belang na te gaan, welke gevechtswaarde de aldaar te zijner beschikking komende bataljons op dat ogenblik hadden. Ter weerszijden van de autoweg had II-R.Gr., versterkt met een sectie van 47 C.Mr. en de sectie 6 veld van 2-1 Dep.B.A., stelling genomen. Aangezien de 3e Comp. en de le Comp. nog in opmars waren tussen Rijswijk en Delft, en eerst tegen de avond bij het viaduct aankwamen, bestond het bataljon nog steeds uit slechts twee tirailleursectiën van de 2e Comp., en de M.C. De door het bataljon geleden verliezen aan gesneuvelden waren quantitatief slechts gering, maar daartoe behoorden drie van de vier compagniescommandanten, terwijl C.-2e Comp. gewond was afgevoerd. Van III-9 R.I. (versterkt met een sectie van 9 C.Pag. en een sectie van 9 C.Mr.) waren de le Comp. (min een sectie) en de le Sectie van de 3e Comp., alsmede twee sectiën van de M.C. nog maar nauwelijks een uur geleden, na de mislukte actie langs de autoweg, bij het viaduct teruggekomen, en vervolgens door de B.C. naar Delft gezonden om te eten en te rusten. Van de 3e Comp. was de 3e Sectie nog te Rijswijk en was de 4e Sectie te Voor- 201

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 219