plaatse. Bijzondere gebeurtenissen deden zich hier niet voor; een groot aantal huizen werd doorzocht naar verdachte personen. Eveneens omstreeks 11.00 droeg de Garn.C. aan C.-3e Sectie van 4 Dep.Bat.J. op, met veel spoed te verzamelen en met gevorderde auto's af te marcheren naar de omgeving van de Suezkade, waar uit verschillende huizen zou zijn gevuurd. Hem werd bevolen, zich aldaar onder de bevelen te stellen van een eventueel ter plaatse aanwezige hogere commandant. De sectie bevond zich op dat ogenblik in een verdedigende opstelling noord van de nieuwe Alexanderkazerne. Zodra twee auto's beschikbaar waren, werd afgemarcheerd. In de voorste auto bevond zich de S.C., een adjudant-onderofficier instructeur, met de helft der manschappen. De rest der sectie, onder bevel van een vaandrig, volgde op enige afstand. Bij aankomst in de Javastraat, nabij het Nassauplein, werd de voorste auto aangehouden door militairen van een ander onderdeel, die mededeelden, dat de Javastraat niet verder kon worden gevolgd, aangezien deze onder vuur lag. Vij andelijke elementen zouden zich namelijk hebben vastgezet in het flatgebouw op de hoek van de Javastraat en de Zeestraat. De S.C. deed geen moeite zijn doel, de Suezkade, langs een andere weg te bereiken. Hij liet zijn manschappen uitstappen en wachtte op de aankomst van de tweede auto, maar deze arriveerde niet. Na enige tijd besloot de S.C. met zijn 14 manschappen te voet op te rukken langs de Javastraat. Ter hoogte van de Alexanderstraat werd (volgens de S.C.) vuur ontvangen uit de toren van het op 150 m afstand gelegen flatgebouw, welk vuur hij door zijn geweerschutters liet beantwoorden. Tegelijkertijd vuurde een stuk van 48 C.Pag. een aantal schoten tegen de toren af, waaronder volgens hem twee voltreffers, waarna het vuren uit de toren eindigde. 2) De compagnie pag. zette daarna haar mars naar Rijswijk voort en de S.C. van 4 Dep.Bat.J. keerde enige tijd later met zijn 14 manschappen en een door hem als verdacht aangehouden luitenant der artillerie terug naar de oude Frederiks- kazerne, waar hij de vaandrig met de rest der sectie aantrof. Nadat was gebleken, dat de aangehouden officier volkomen te goeder trouw was, besloot de S.C. terug te gaan naar het flatgebouw en dit te doen ontruimen, waartoe, in samenwerking met in de nabijheid aanwezige militaire politietroepen, 208 p Deze auto had op de Oostduinlaan een aanrijding gehad, waardoor twee manschappen zodanig letsel hadden bekomen, dat zij achtergelaten moesten worden. Na het daardoor ontstane opont houd werd doorgereden, tot de auto op de hoek van de Javastraat en de Frederikstraat werd aan gehouden door een luitenant van 1-2-1 Dep.B.A., die om assistentie vroeg in verband met het schieten uit huizen in de omgeving van de Frederikskazerne. De vaandrig voldeed hieraan. 2 CcPug' W?S omstreeks 13-00 °P mars gegaan van „de Bataaf" naar Rijswijk (zie blz. 201) via Oude Scheveningseweg - Javastraat. In de omgeving van het flatgebouw werd de C C door politie en militairen gewaarschuwd, dat uit de huizen werd geschoten. C.-48 C.Pag. deelt vervolgens mede Aangezien ik constateerde, dat vanuit het flatgebouw werd gevuurd, heb ik opdracht ge geven een stuk in stelling te brengen. Er heerschte een gedeprimeerde stemming onder de soldaten als gevolg van de beschieting door een onzichtbaren vijand, weshalve ik deze handelingen persoonlijk heb verrichtIk was scherpschutter op het wapen en heb, teneinde dit vuur te doen ophouden, op de toren van het flatgebouw geschoten".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 226