een actie werd ingezet welke de S.C. op Spaans grondgebied deed belanden. Nadat tenslotte het flatgebouw door militaire politie en troepen was omsingeld en vervolgens bezet, keerde de sectie terug naar de nieuwe Alexanderkazerne, waar de S.C. verslag uitbracht aan de Garn.C., van wie hij een nieuwe opdracht ontving. Tussen 13.00 en 14.00 trok 2-2 Dep.Bat. naar het snijpunt van de Laan van Meerdervoort met de Kijkduinsestraat, 1-2 Dep.Bat. naar de duinen Z.W. van het Afvoerkanaal en 5-2 Dep.Bat. naar het Pomonaplein. Op al die plaatsen zouden parachutisten zijn waargenomen, doch de gezonden troepen troffen nergens vijand aan. Aangezien niettemin berichten bleven binnen komen omtrent het optreden van een sterke afdeling valschermjagers in en rondom de Bosjes van Poot, en bovendien gemeld werd dat sterke, gewapende N.S.B.formaties uit Z.W.richting naar het Afvoerkanaal en de Suezkade oprukten, met de bedoeling naar de binnen stad door te dringen, zond C.-Vg.Holland omstreeks 13.30 2-1 R.H.M., versterkt met een sectie van M.E.-l R.H.M., uit het Haagse bos naar het Afvoerkanaal tegenover de Bosjes van Poot, met opdracht de overgangen van dit kanaal tussen de zee en de Laan van Meerdervoort te bezetten en in de omgeving te patrouilleren. Ook 6-3 R.H. werd met een overeenkomstige opdracht daar heen gezonden. 2) Tegelijkertijd liet C.-Vg.Holland een deel van 11-20 R.I. (n.l. de 3e Compagnie en de M.C.), dat in opmars was van het Haagse bos naar het Pompstation te Scheveningen (zie blz. 220), aanhouden en terugkomen naar het H.K.-Vg.Holland, teneinde aldaar weer over een reserve te beschikken. Hiervan werden al spoedig twee sectiën tirailleurs en twee sectiën zware mi trailleurs ter beschikking gesteld van Hoofd Sectie VI van H.K.-Vg.Holland, die van C.-Vg.PIolland opdracht ontving naar het hoofdbureau van politie aan het Alexanderplein te gaan, in verband met een van de hoofdcommissaris ontvangen melding omtrent een aanval op dit hoofdbureau door gewapende burgers. 3) De reserve-majoor, Hoofd Sectie VI, aan wie een reserve-kapitein van het H.K.-Vg.Holland werd toegevoegd, droeg laatstgenoemde op, met een tirailleur sectie en een sectie zware mitrailleurs op te rukken langs de Javastraat, terwijl hij zelf met een even sterk detachement de Laan Copes van Cattenburg als mars- 209 Het verslag van de S.C. vermeldt hieromtrent „Hiertoe ben ik met deze mitr.groep door de tuinen van de villa's om de flat heengegaan tot ik ter bestemder plaatse aankwam, doch door een chauffeur werd verzocht bij den eigenaar van deze villa te komen, aangezien ik mij op Spaansch grondgebied bevond, waarvan ik mij echter geenszins bewust was. Binnengekomen bleek er een dame te zijn, die als tolk fungeerde en aan wie ik vertelde wat de bedoeling was van mijn komst in de tuin, hetgeen zij aan de Spaansche gezant mededeelde, die daarop het Min. v. Buitenlandsche Zaken deed opbellen en een onderhoud had met den heer van Rooyen, bij afwezigheid van den Min. v. Buitenlandsche Zaken. Vervolgens werd ik zelf aan de telefoon verzocht en deelde de heer van Rooyen mij mede, dat ik ter plaatse die maatregelen kon treffen, die ik noodig vond zonder echter onnoodig moeilijkheden te veroorzaken". 2) Uit de verslagen blijkt niet dat 6-3 R.H. onder bevel was gesteld van C.-2-1 R.H.M. 3) Van welke zijde de hoofdcommissaris bericht had ontvangen van de bedoelde aanval, valt niet meer na te gaan. Uit niets is gebleken, dat een zodanige bedreiging inderdaad heeft bestaan. Ver moedelijk hield ook deze melding verband met de veronderstelde bezetting van genoemd flat gebouw door opstandige burgerelementen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 227