verbanden nog niet door elkander waren geraakt. Tot deze voorwaartse actie zou het echter niet eens komen. Tussen 13.00 en 14.00 verscheen namelijk een aantal vijandelijke vliegtuigen boven het duinterrein, waarvan enkele daalden en vuurstoten afgaven. Zij bewogen zich daarna in de richting van Katwijk aan den Rijn en Valkenburg en spoedig werden, in de rug van de Nederlandse bataljons, dalende parachutes zichtbaar. Dat hieraan geen manschappen, maar munitie en levensmiddelen voor de Duitse troepen te Valkenburg werden neergelaten, werd door de Nederlandse troepen niet onderkend. Zij zagen daarin een bedreiging in de rug, en bij II-9 R.I. ontstond een paniekstemming. Deze uitte zich aanvankelijk in het in noordelijke richting verdwijnen van enkele afzonderlijke manschappen, maar zij nam al spoedig, vooral toen de vijand die de teruggaande beweging waarnam een krachtig vuur opende, een zodanige om vang aan, dat met uitzondering van enkelingen, het gehele bataljon in de grootste wanorde terugvloeide in de richting van Katwijk aan Zee. Het personeel van de in voorste lijn opgestelde 2e Sectie van 9 C.Pag. liet haar beide stukken en enige motorrijwielen in de steek. C.-II-9 R.I., niet bij machte iets tegen de groeiende chaos te ondernemen, keerde eveneens terug naar Katwijk aan Zee, waar intussen, zoals hierna zal worden beschreven, enige verdedigingsmaatregelen waren getroffen. Op bevel van C.-4 R.I. werd II-9 R.I. in de loop van de middag in het dorp verzameld en ondergebracht in de barakken van de le Afdeling van IV Dep.B.A. Op de rechtervleugel van 1-4 R.I. was het terugvloeien van II-9 R.I. waarge nomen en ontstond de neiging deze beweging te volgen. C.-I-4 R.I. en de C.Cn wisten echter een totale oplossing van het bataljon te voorkomen en de troepen grotendeels weer in de hand te krijgen. Het was echter wel duidelijk, dat van de om 14.00 uit te voeren aanval niets kon komen. Aangezien enkele onderdelen reeds tot de omgeving van Klein Berk- heide waren teruggetrokken en het vijandelijke vuur in de loop van de middag toenam, waardoor de B.C. in de geïsoleerde opstelling van zijn bataljon een gevaar begon te zien, nam hij omstreeks 17.00 ook de rest van zijn bataljon terug op Klein Berkheide. Om 19.00 ontving hij daar mondeling bevel van C.-4 R.I., terug te trekken op de lijn der kogelvangers zuid van Katwijk aan Zee en daar stelling te nemen. Aangezien zich in die lijn reeds eigen troepen bleken te bevinden, ging het bataljon over tot legering in de aanwezige loodsen. Zo eindigde de groots opgezette zuiveringsactie tussen Katwijk en de Wasse- naarse Slag met een smadelijke terugtocht van twee van de drie ingezette bataljons en het vrijwel totale verlies van 1-1 R.I. Hierbij dient te worden opgemerkt, dat 1-4 R.I. en II-9 R.I., in tegenstelling tot 1-1 R.I., geen enkele gesneuvelde en slechts enkele gewonden te betreuren hadden. De mislukking der actie moet dan ook meer worden toegeschreven aan het lage moreel, tengevolge van slechte voeding, oververmoeidheid en gebrek aan 230

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 248