misverstand op naar de Wassenaarse Slag, alwaar zij zich aansloot bij de eveneens abusievelijk daarheen getrokken sectie van 4 C.Mr. 1) Wat de artillerie betreft, stonden III-2 R.A. en II-6 R.A. respectievelijk op 11 Mei 6.30 en 7.00 in hun nieuwe stellingen, zijnde N.O. van de binnenhaven van Katwijk aan Zee (III-2 R.A.) en op het schietterrein zuid van dat dorp (II-6 R.A.). 1-1-4 R.I. beveiligde met één sectie III-2 R.A. en met de rest der compagnie II-6 R.A. Aangezien C.-4 R.I. de indruk had gekregen, dat het dorp Valkenburg e.o. bezet was door een vijandelijke afdeling ter sterkte van tenminste 500 man, was hij van mening, dat de te zijner beschikking staande troepen niet sterk genoeg waren om de aanval op Valkenburg met succes te kunnen uitvoeren. Hij had dit in de avond van 10 Mei reeds ter kennis gebracht van C.-III Div. en om versterking gevraagd. C.-III Div., die reeds één bataljon van 9 R.I. had toegezegd voor de opmars naar de Wassenaarse Slag, en daartoe aanvankelijk 1-9 R.I. had bestemd, had, in verband met de intussen door dit bataljon ondergane luchtaanval waardoor ver liezen waren geleden en verwarring was ontstaan, besloten in plaats van 1-9 R.I., II-9 R.I. ter beschikking te stellen. Dit was omstreeks 18.00 ter kennis gebracht van C.-4 R.I., die daarna, zoals reeds werd vermeld, aan C.-II-9 R.I. bevelen had verstrekt voor de verplaatsing naar Katwijk aan Zee. Toen C.-III Div. daarna het verzoek van C.-4 R.I. bereikte om nog meer ver sterking voor de aanval op Valkenburg, meende hij daaraan niet te kunnen voldoen, aangezien hij, bij afgifte van nèg een bataljon (1-9 R.I.), nog slechts over één bataljon (111-12 R.I.) als divisiereserve zou blijven beschikken. Toen hij bovendien, omstreeks 24.00, van C.-I L.K. bevel ontving twee batal jons gereed te houden voor afmars in noordelijke richting, verviel de mogelijkheid om 4 R.I. te versterken voorlopig geheel. Uit het bovenstaande volgt dat C.-4 R.I., toen hij in de late avond van 10 Mei en de daarop volgende nacht zijn bevelen moest geven voor de aanval op het dorp Valkenburg, daarbij niet kon rekenen op versterking. Niettemin besloot hij, onder druk van C.-III Div., met een deel der beschikbare troepen een aanval te doen uitvoeren. Omstreeks 5.00 gaf hij aan C.-II-4 R.I. bevel, de zuidrand van Katwijk aan den Rijn bezet te doen houden door twee sectiën van 3-II-4 R.I. en de le Sectie van 2-1-1 R.I. Verder stelde hij een deel der regimentsreserve, n.l. 1-II-4 R.I. (min twee sectiën) ter beschikking van C.-II-4 R.I. C.-4 R.I. stelde zich vervolgens in verbinding met C.-III-2 R.A., wiens afdeling een inleidende beschieting zou uitvoeren en daarna de aanval zou ondersteunen. De aanval zelf zou, onder leiding van C.-II-4 R.I., moeten worden uitgevoerd 233 0 De 2e Sectie van M.C.-II-4 R.I. trok, na de overvalling van 1-1 R.I., naar Wassenaar, waar de S.C. zich meldde bij C.-l R.H.M.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 251