Amsterdam, achtte C.-I L.K. het niet meer nodig, dat C.-III Div. twee bataljons
gereed hield voor verplaatsing in noordelijke richting.
Om 3.45 deed hij, ter voldoening aan een opdracht van C.-Vg.H., één dier
bataljons, n.l. 111-12 R.I., naar 's-Gravenhage verplaatsen, waarheen intussen ook
reeds, eveneens in opdracht van C.-Vg.H., de te Leiden aangekomen regimentsstaf
en twee der drie bataljons waren gedirigeerd.
Intussen was C.-4 R.I. steeds blijven aandringen op de beschikbaarstelling van
troepen voor de aanval op Valkenburg.
Omstreeks 8.00 achtte C.-III Div. de algemene toestand van dien aard, dat
hij de inzet van 1-9 R.I. in zuidelijke richting mogelijk en wenselijk achtte. Hij
rekende er namelijk op, dat de te Leiden aangekomen bataljons (een van 20 R.I.
en een van 16 R.I.) te zijner beschikking zouden komen als divisiereserve.
Ter inleiding van de verplaatsing van 1-9 R.I., gaf hij om 8.25 bevel aan C.-12
R.I., de draaibrug noord van Katwijk aan den Rijn te doen bezetten door een
compagnie van dit bataljon. C.-I-9 R.I. wees daarvoor zijn 2e Compagnie aan.
Enige uren later, vermoedelijk omstreeks 13.30, gaf C.-III Div. door tussen
komst van C.-12 R.I. aan C.-I-9 R.I. bevel, zijn bataljon te doen afmarcheren in
de richting van Katwijk aan den Rijn tot aan de draaibrug noord van dit oord en
zich zelf te begeven naar de cp. van C.-4 R.I., onder wiens bevelen hij werd ge
steld.
Omstreeks 15.30 was geheel 1-9 R.I. (met uitzondering van een sectie van de
3e Comp., welke ter beschikking was gesteld van C.-12 R.I. te Noordwijkerhout),
opgesteld op de kunstweg Noordwijk Binnen-Katwijk aan den Rijn, met het
hoofd bij de draaibrug.
C.-I-9 R.I. ontving van C.-4 R.I. op diens cp. de opdracht, onder vasthouding
van de kanaalovergangen bij Katwijk aan den Rijn en Katwijk aan Zee, het dorp
Valkenburg aan te vallen, waarbij III-2 R.A. rechtstreekse steun zou verlenen.
Hem werd verder in overweging gegeven, zich in verbinding te stellen met C.-
II-4 R.I., die hem inlichtingen zou verschaffen omtrent de opstelling van eigen
troepen en vijand en de terreinsomstandigheden.
Na gehouden overleg en verkenning, besloot C.-I-9 R.I. de aanval als volgt
uit te voeren.
3-1-9 R.I. (min een sectie, maar versterkt met een sectie van de 2e Comp.) zou
een uitgangsstelling innemen in de zuidrand van Katwijk ter weerszijden van de
kunstweg naar Valkenburg en om 18.55 voorwaarts gaan. Zij moest de huizen
aan deze weg doorzoeken en trachten door te dringen tot binnen het dorp.
1-1-9 R.I. en M.C.-I-9 R.I. (min twee sectiën) zou als omvattende groep op
treden en daartoe een uitgangstelling innemen tussen de Kn.M. en de Wassenaarse
weg. Eveneens om 18.55 voorwaarts gaande, moest zij terrein winnen in Z.O.
richting en vervolgens Valkenburg uit W.richting aangrijpen. De M.C. moest
mee oprukken.
236
Blijkbaar was hij toen nog niet ingelicht omtrent de door C.-Vg.H. gelaste verplaatsing dezer
bataljons naar Den Haag.