plannen van de eigen troepen te Katwijk, en wel in het bijzonder voor wat betreft de vuuropdrachten aan de artillerie aldaar. Dat deze onbekendheid van groot gevaar kon zijn bij een ongecoördineerd op treden tegen Valkenburg, zowel uit de richting Katwijk als uit de richting Haagse Schouw, bleek maar al te duidelijk, toen in de loop van de dag de eigen artillerie uit Katwijk vuur bracht op 300 a 400 m N.W. van de Wassenaarse Wetering, tot welk water de depottroepen juist waren opgerukt (zie hierna). Aangezien van C.-III Div. geen aanwijzingen of bevelen werden ontvangen, besloot C.-II Dep.Inf. zich te beperken tot het vormen van een afweerfront ter weerszijden van de Oude Rijn in de lijn Steenfabriek-Wassenaarse Wetering, en het zo goed mogelijk tot stand brengen van het verband met de neventroepen bij Oegstgeest en Maaldrift. In de ochtend van die dag kwam de 2e Sectie van 2-1-1 R.I., welke de cp. van C.-l R.I. (Oud Poelgeest) beveiligde, maar door laatstgenoemde ter versterking van de depottroepen naar de Haagse Schouw was gezonden, aldaar aan. Zij werd ter beschikking gesteld van C.-15 Dep.Bat., die de sectie doorzond naar C.-6-22 Dep.Bat. Ook de omstreeks 9.30 aankomende le Sectie van 2-II-1 R.I., ter sterkte van slechts 15 man onder een luitenant, die door C.-22 Dep.Bat. (als wd.C.-II-l R.I.) naar de Haagse Schouw was gedirigeerd, werd ter beschikking gesteld van die commandant, die daardoor een detachement ter sterkte van ongeveer een compag nie onder zijn bevel had. Omstreeks 11.00 gaf C.-15 Dep.Bat., op last van C.-II Dep.Inf., aan C.-6-22 Dep.Bat. bevel, op te rukken tot de Wassenaarse Wetering, vervolgens de brug te overschrijden en 's vijands opstellingen te verkennen. Ongeveer een uur later ging het detachement, onder een vrij hevig vuur uit de richting Rhijnvliet, voorwaarts. C.-II Dep.Inf., die zich bij het detachement aansloot, moedigde de manschappen aan. Zonder verliezen te hebben geleden, bereikte het detachement de wetering, maar het overschrijden van de brug mis lukte door het daarop gebrachte vijandelijke mortiervuur, waarna begonnen werd met het inrichten van een stelling van de oever van de Oude Rijn tot 100 m west van de weg naar Valkenburg. Met de eigen troepen aan de overzijde van de Oude Rijn bij de steenfabriek werd een optische verbinding tot stand gebracht. Tot 15.00 lag enige malen eigen artillerievuur 4 a 500 m vóór de eigen opstellingen. In de namiddag bereikte C.-15 Dep.Bat. het bericht, dat omstreeks 18.00 een aanval tegen Valkenburg zou worden ontketend door troepen van 4 R.I. te Katwijk. Aangezien hij er op rekende, dat C.-III Div. thans óók bevelen zou geven aan C.-II Dep.Inf. voor het medewerken aan deze aanval door een actie in de richting van Valkenburg, droeg hij C.-6-22 Dep.Bat. op, in afwachting van de ontvangst dier bevelen, reeds voorbereidingen te treffen voor het inzetten van een her nieuwde poging om de Wassenaarse Wetering te overschrijden en in de richting van Valkenburg terrein te winnen. Daarbij zou steun worden verleend door een 240

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 258