heersende duintoppen west van het bedekte terrein van Duinrel, in het complex Rijksdorp en in de Albertushof, terwijl de gevangenen van 1-1 R.I. in zijn macht bleven. d. OVERZICHT VAN DE DOOR DE DUITSE EN NEDERLANDSE TROEPEN RONDOM 'S-GRAVENHAGE BEREIKTE RESULTATEN OP DE TWEEDE OORLOGSDAG; WEDERZIJDSE VOORNEMENS De Duitse luchtlandingstroepen wisten zich op deze dag te handhaven in de door hen bezette stellingen in de omgeving van het vliegveld Ockenburg, tussen Delft en Rotterdam, in het dorp Valkenburg en op enige plaatsen daarbuiten, en in het duinterrein rondom de Wassenaarse Slag, waar zij zelfs door een onver schrokken offensief optreden erin slaagden een Nederlands bataljon practisch te vernietigen. De Duitse luchtstrijdkrachten wisten de hoofdgroepen der luchtlandingstroepen te voorzien van levensmiddelen en munitie, per parachute afgeworpen. Enige geïsoleerd optredende groepen, in het bijzonder rondom Delft, gaven de strijd op. De door C.-Luftflotte 2 aan C.-22e Luchtlandingsdivisie verstrekte opdracht, om met alle beschikbare troepen op te rukken naar Rotterdam, was niet tot uit voering gekomen, maar voor het overige was er voor de vijand alle reden tot tevredenheid. Tal van Nederlandse strijdkrachten immers bleven gebonden rondom de residentie. Het doel voor de 12e Mei bleef voor de daartoe in staat zijnde groepen: zich doorslaan naar de noordrand van Rotterdam. Voor de overige groepen was het zaak, zich te blijven handhaven in de ingenomen stellingen en door een actief optreden zoveel mogelijk Nederlandse troepen te blijven binden. De Nederlandse voornemens voor de 11e Mei waren op die dag slechts op zeer beperkte schaal tot uitvoering gekomen. Het afrekenen met de nog weerstand biedende luchtlandingstroepen was slechts gelukt ten aanzien van kleine, geïsoleerd optredende groepen. Het veilig stellen van het wegennet in het Westland was nog niet volledig bereikt. Met het herstellen van de rechtstreekse verbinding tussen 's-Gravenhage en Rotterdam, door het vrij maken van de autoweg Delft-Rotterdam, was weliswaar een aanvang gemaakt, maar het was nog niet tot een goed einde gebracht. Het zuiveren van het duinterrein tussen 's-Gravenhage en Katwijk, waartoe vijf bataljons waren ingezet, was op een volkomen mislukking uitgelopen en had geleid tot het verlies van één dier bataljons. De Nederlandse legerleiding kon slechts de voor 11 Mei beoogde doelstellingen óók voor de 12e Mei handhaven. De groepering van de Nederlandse strijdkrachten in de avond van 11 Mei is globaal weergegeven op schets/kaart Nr. 17. 249

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 267