twee zwakke sectiën tirailleurs, een sectie zware mitrailleurs en de 3e Sectie van
2-III-9 R.I. De 2e Sectie van VII Zl.A.tl. bevond zich in de nabijheid.
Het personeel van het stafkwartier legerde in de Sint Josephschool en het
daarnaast gelegen bondsgebouw. In laatstgenoemd gebouw was ook 6-13 Dep.Bat.
ondergebracht, terwijl aan 4-13 Dep.Bat. de Mariaschool tegenover de R.K. kerk
als legeringsruimte was toegewezen.
Het personeel van de 2e Sectie van VII Zl.A.tl. legerde te Kwintsheul (twee
sergeanten en 25 man) en aan het N.einde van de Ambachtsweg (drie sergeanten
en 25 man). Op laatstgenoemd punt bevond zich ook een groep van 4-13 Dep.Bat.,
waarbij een lichte mitrailleur.
Op blz. 195 werd vermeld, dat 6-13 Dep.Bat., 4-13 Dep.Bat. en de 4e Sectie
van 1-I-R.J. op 11 Mei de vijandelijke weerstand bij het motorgemaal aan de
Zweth opruimden, en laatstgenoemde sectie in de middag van die dag naar Ter
Heijde vertrok.
Uit het gebeurde aan de Zweth, en door berichten uit Loosduinen, Kijkduin
en Monster, was C.-Gr.'s-Gravenhage tot de overtuiging gekomen, dat in het West-
land enige groepen valschermjagers en luchtlandingstroepen van wisselende sterkte
aanwezig waren en dat het daarom nodig was het St.K. behoorlijk te beveiligen.
Voor de nacht van 11 op 12 Mei trof hij daarom de volgende maatregelen.
Hij deed wegafsluitingen in de vorm van Friese ruiters aanbrengen op de
Heerenstraat ter weerszijden van het St.K., en wel nabij het Dorpsplein en ter
hoogte van de Mariaschool.
Bovendien werden de rechtstreekse toegangen tot het St.K. versperd en werden
wachten, ter sterkte van een groep, geplaatst bij het Dorpsplein, op de Heeren
straat bij het St.K., aan de achterzijde van het St.K. en bij de Mariaschool.
De niet op wacht zijnde manschappen rustten gekleed op de bedden met hun
uitrusting in de onmiddellijke nabijheid.
De verzamelplaatsen waren nauwkeurig bekend, de officieren sliepen in het
St.K. en in de Mariaschool en de wachten werden gecontroleerd door een officier
van piket.
Door het veelvuldig patrouilleren en de verschillende acties was de troep nogal
vermoeid.
Op 12 Mei 2.30 stelde de wacht op het Dorpsplein de nadering vast van een
onbekende afdeling langs de Kerklaan.
Zodra de wachtcommandant ervan overtuigd was, met vijand te doen te hebben,
liet hij het vuur openen en zond hij een ordonnans naar het St.K., waar onmiddel
lijk alarm werd gemaakt. De wacht trok op het St.K. terug.
C.Gr.'s-Gravenhage nam persoonlijk de leiding. Hij deed uit het troependeta
chement, de Vbd.A. en 6-13 Dep.Bat. enige groepen vormen onder officieren,
aan wie hij opdrachten verstrekte.
Zo zond hij een groep langs de Heerenstraat in de richting van het Dorpsplein,
een groep noord van de Heerenstraat in dezelfde richting en een groep zuid van
die straat.
254