Enige tijd later, vermoedelijk omstreeks 16.00, ontving C.-II-2 R.A. van de
D.A.C.-I Div. de volgende opdracht:
Alvorens deze bevelen en de uitvoering daarvan nader in beschouwing te nemen,
zal eerst enige aandacht gewijd dienen te worden aan de gegevens, waarover op
12 Mei werd beschikt omtrent de toestand op het Z.O. van Delft gelegen terrein.
Op 12 Mei 3.00 meldde C.-I Div. aan C.-I L.K., dat zich sterke vijand bevond
aan de weg van Oude Lede naar de autoweg Delft-Rotterdam, ter hoogte van
de hoofdweg en de plassen oost daarvan; dat een eskadron van 3 R.H. zich tussen
Rodenrijs en Kandelaar bevond; dat Pijnacker bezet was door I P.A. en dat
daarheen bij het aanbreken van de dag een compagnie van III-9 R.I. en een
sectie zware mitrailleurs zouden worden gezonden. 2
C.-I Div. verzocht, de gemelde vijand Z.W. van Oude Lede z.m. bij het aan
breken van de dag uit de lucht te doen aanvallen.
Intussen had zich nog tijdens de duisternis het volgende afgespeeld.
Op blz. 205 werd vermeld, dat een deel van het detachement van 3 R.H. de
nacht van 11 op 12 Mei doorbracht in een boerderijencomplex aan de Hofweg. 3)
Op 12 Mei, omstreeks 2.30, werden de daar gelegerde pelotons van het 3e en
4e Eskadron plotseling opgeschrikt door een hevig mitrailleur- en geweervuur uit
de richting van de autoweg bij Kandelaar.
Na een aanvankelijke periode van verwarring, wisten C.-4-3 R.H. en een wacht
meester zodanige leiding te geven, dat een kort daarna volgende poging van de
vijand om zich van de boerderij meester te maken, kon worden verijdeld.
Toen echter vijandelijk mortiervuur in de omgeving van de boerderij viel, werd
deze verlaten en trokken de pelotons terug naar de ophaalbrug west van Rodenrijs.
Om 7.00 gelastte C.-I Div. aan C.-3 R.H., het bezetten en vasthouden van het
spoorwegviaduct bij Rodenrijs.
C.-I L.K. had het verzoek van C.-I Div., om een luchtbombardement Z.W.
van Oude Lede, omstreeks 3.50 doorgegeven aan C.-Lvd. en tussen 6.00 en 7.00
voerden vier vliegtuigen, waarvan twee hun bommen afwierpen, deze opdracht uit.
Nog vóór dit luchtbombardement had 1-II-2 R.A., in stelling in de zuidrand
van Delft, op bevel van C.-I Div., tussen 5.45 en 6.00 vuur gebracht op het kruis
punt Akkerdijkse weg-autoweg Delft/Overschie. 4)
Ter betere beveiliging van de te Delft rustende troepen, gelastte C.-I Div.
omstreeks 8.00 het afsluiten van de wegen te Delfgauw en die in de zuidrand van
Delft door detachementen van 11-12 R.I.
264
„Lt.Kol. Scherpenhuizen zal aanvallen in Z.O.richting met 3 colonnes. Aan elke colonne moet
1 stuk 7 veld worden medegegeven; het 4e stuk blijft onder persoonlijke leiding van den Bt.C.
Majoor Tans zal zich bevinden bij overste Scherpenhuizen. De stukken onmiddellijk opstellen
op de 3 marschwegen".
x) Lt.Kol. Scherpenhuizen was C.-R.J.; majoor Tans was C.-II-2 R.A.
2) Dit laatste is niet geschied.
3) Tussen Rodenrijs en Kandelaar.
4) Volgens het gevechtsbericht van C.-II-2 R.A. werd tijdens dit vuur een melding ontvangen van
de A.O.I. nabij viaduct, luidende: „Op cp. is een bewoner van boerderij Landlust, gelegen aan den
Akkerschen Dijk. Deze boerderij wordt onder vuur genomen doch volgens dezen zijn de Duitschers
vannacht vertrokken naar Rotterdam; volgens hem is daar geen Duitscher meer aanwezig".