Ter uitvoering daarvan werden de wegen Delfgauw-Pijnacker en Delfgauw- Ruiven door de le Sectie van 3-II-12 R.I. afgesloten, terwijl de rest dier compagnie in de Z.O.rand van Delft tot rust overging. 2-II-12 R.I. sloot de autoweg Delft-Overschie, de oude Rotterdamse weg en de weg langs de Schie elk met een sectie af. Vermoedelijk naar aanleiding van de ontvangen melding omtrent de terugtocht van de Duitsers bij de Akkerdijkse weg in de richting van Rotterdam (zie noot 4 op blz. 264) gelastte C.-R.J., omstreeks 10.00, een verkennende actie langs de autoweg. Hiervoor werd aangewezen de 3e Sectie van 3-II-12 R.I., vervoerd op twee auto's. De opdracht luidde: verkennend voorwaarts gaan langs de autoweg, zover dit mogelijk is, en terugkeren langs de oude Rotterdamse weg. Nadat de sectie ongeveer 1000 m was opgerukt, deed C.-R.J. de 2e Sectie van het Pel.Pag. van 3 R.H. aan de infanterie toevoegen, waarna nog een km verder werd gereden. Daarna keerde het geheel terug, volgens de vaandrig commandant van de in- fanteriesectie omdat de weg zodanig versperd was door vliegtuigen, dat verder oprukken onmogelijk was gebleken. Vijand was echter niet waargenomen en vuur was niet ontvangen. De sectie bracht een hoeveelheid Duits oorlogsmaterieel mede, dat op de weg was aangetroffen. Later werd een tweede verkenning uitgevoerd, doch deze moest worden be ëindigd in verband met gevaar voor het vuur van de eigen artillerie (1-II-2 R.A.) op dalende parachutes. Ook hier werd ten onrechte vermoed, dat valschermjagers werden neergelaten, terwijl in feite levensmiddelen en munitie werden afgeworpen. Vermoedelijk tussen 14.00 en 14.30 arriveerde uit Z.richting bij het viaduct in de autoweg een pantserwagen van het 2e Peloton van 2 E.Paw., waarin zich onder meer de Pel.C. bevond. Deze vervoegde zich op de cp. van C.-R.J. en deelde het volgende mede. Zijn peloton was in de voormiddag uit Den Haag naar Rotterdam vertrokken, ter begeleiding van luitenant-kolonel Wilson van het A.H.K. met twee officieren. Er was gereden over Moerkapelle en Moordrecht. Te Rotterdam had de Pel.C. omstreeks 13.00 van luitenant-kolonel Wilson opdracht ontvangen, de weg Rotterdam-Delft te verkennen. Tussen Rotterdam en Overschie was gebleken, dat de Z. en Z.O.rand van laatstgenoemd oord door de vijand was bezet. Aangezien zich slechts zwakke Nederlandse troepen daartegenover bevonden, had de Pel.C. twee van zijn wagens aldaar achtergelaten en was hij met één wagen door Overschie gereden langs de autoweg naar Delft. Tijdens deze rit had hij uit verschillende huizen in Overschie mitrailleur- en geweervuur ontvangen, maar hij was erin geslaagd door te rijden en Delft te be reiken. Tussen Overschie en Delft had hij geen vijand waargenomen en geen vuur ontvangen. De vele transportvliegtuigen op en naast de autoweg waren alle ver laten. 265

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 283