Schietpartijen vonden plaats, sommige onderdelen van het bataljon verrichtten
huiszoekingen op aanwijzing van burgers die beweerden Duitsers te hebben ge
zien, en het gevolg van een en ander was, dat II-9 R.I. eerst omstreeks 17.00 de
gereedstelling aan de Wassenaarse weg Z.O. van de Watertoren innam.
Terwijl de M.C. west van deze weg, oost van de Watertoren, een vuurbasis
vormde, stelde de 2e Compagnie zich oost daarvan als vóórcompagnie op, met
twee sectiën in voorste lijn, één sectie rechts daarachter en één sectie als reserve
achter het midden.
De le Compagnie, die achter de 2e Compagnie moest volgen als ondersteunings-
compagnie, nam voorlopig opstelling in het duinterrein tussen de Watertoren en
pl.50.
De 3e Compagnie, die in opdracht van de B.C. met twee sectiën de vuurbasis
in Z.richting moest beveiligen, plaatste de 3e en 4e Sectie, met het front naar het
Z.W., aan en west van de Wassenaarse weg, 100 m Z.W. van de weg naar het
vliegveld. De rest der compagnie bleef ter hoogte van het Pompstation als reserve
ter beschikking van de B.C.
Om 16.00 liet C.-I-9 R.I., op grond van een melding van C.-4 R.I. dat de
aanval van II-9 R.I. zou worden gesteund door artillerievuur op het dorp, zijn
voorste troepen wederom 400 m teruggaan.
Om 17.30 rukte 2-II-9 R.I. uit de uitgangsstelling voorwaarts in Z.O.richting.
De opdracht luidde, terrein te winnen tot de weg van het vliegveld naar het dorp
Valkenburg (Broekweg) was bereikt, en daarna in N.O.richting op het dorp aan
te vallen.
Nadat de 2e Compagnie voldoende afstand had verkregen van de le Compagnie,
volgde laatstgenoemde achter haar in dezelfde richting.
Hoewel weinig vuur werd ontvangen, kon slechts in een zeer matig tempo
worden opgerukt, daar de talrijke dwarssloten zeer vertragend werkten.
De vóórcompagnie overschreed met moeite de Kleine Watering en bereikte
ten slotte de Grote Watering. Dit water, ter breedte van 6 a 7 meter en 2 m diep,
vormde een zeer moeilijk te nemen hindernis, aangezien niet werd beschikt over
overgangsmaterieel, zodat de voorwaartse beweging hier tot staan kwam.
Intussen was de 2e Compagnie tot op enige afstand achter de le Compagnie
opgerukt.
Terwijl getracht werd met behulp van de in het terrein aanwezige hekken en
dampalen overtochtsmiddelen te improviseren, ontving C.-2e Compagnie om
streeks 20.00 van de B.C. bevel, terug te trekken naar het Pompstation.
C.-4 R.I. had namelijk een door C.-III Div. aan hem doorgezonden bevel ont
vangen van C.-I L.K., waarin deze, naar aanleiding van de op die dag gehouden
bespreking met C.-Vg.H., aanvallen met sterke krachten verbood, en slechts
acties van kleine onderdelen, gesteund door begeleidende artillerie, gelastte.
Uiteraard sloeg deze aanwijzing van C.-I L.K. uitsluitend op de wijze van
optreden tegen zwakke, verspreid opgestelde vijand, en viel een object als het
sterk bezette en krachtig verdedigde dorp Valkenburg hier zeker niet onder.
C.-4 R.I. stelde zich niettemin telefonisch in verbinding met C.-III Div. en
276