verzocht, ondanks de ontvangen aanwijzingen, de eenmaal ingezette aanval te mogen doorzetten. Op dit verzoek werd echter een weigerend antwoord ontvangen, zodat C.-4 R.I. beval het gevecht af te breken. l) Terwijl de vijand de opmars van II-9 R.I. slechts weinig door vuur had be moeilijkt, vermoedelijk tevens in verband met het beschermende vuur van II-6 R.A., nam hij thans het terugtrekkende bataljon onder een hevig mitrailleurvuur. Dit had tengevolge, dat de terugtrekkende manschappen het open polderterrein sprongsgewijze van sloot tot sloot doorschreden, dat talrijken lange tijd dekking bleven zoeken in de sloten, en sommigen zelfs, zolang het licht bleef, niet te be wegen waren die dekking te verlaten. Het duurde dan ook geruime tijd, voordat de meeste manschappen van de le en 2e Compagnie weer bij het Pompstation verzameld waren. Een aantal wapenen werd achtergelaten. De gewonden, in totaal 10 a 12, ontvingen op de hulppost in de Watertoren de eerste verzorging. Terwijl de M.C., zonder de terugtocht met haar vuur te dekken, en de 3e Comp. reeds kort na ontvangst van het terugtochtsbevel op last van de B.C. naar het barakkenkamp te Katwijk aan Zee waren teruggekeerd, waar zij tussen 23.00 en 2.4.00 aankwamen, arriveerden talrijke manschappen van de le en 2e Comp. aldaar pas tussen 1.00 en 3.00. Deze beide compagnieën waren tijdens de terug tocht volkomen uit de hand geraakt. Dodelijk vermoeid, doornat, en zonder dat een warme maaltijd en droge kleding werd verstrekt, ging men de derde oorlogsnacht in. Tijdens de opmars van II-9 R.I. waren 3-1-9 R.I. en een sectie van 1-1-9 R.I., geleid door C.-I-9 R.I., de N.W.rand van Valkenburg binnengedrongen. Zij naderden de onmiddellijke omgeving van het gemeentehuis, doch ontvingen toen een zodanig hevig mitrailleur- en geweervuur dat de aanval vast liep en een deel der manschappen terug vloeide. Bij het invallen der duisternis deed C.-I-9 R.I. ook de verst doorgedrongen groepen terugnemen, waarna van C.-4 R.I. bevel werd ontvangen naar Katwijk aan den Rijn terug te keren. Het bataljon verzamelde tenslotte bij het Seminarium, waar slechts aan een gering aantal manschappen een warme maaltijd kon worden verstrekt. Zowel C.-le Comp. als C.-3e Comp. waren voorlopig door oververmoeidheid en overspanning niet meer in staat het commando over hun compagnie te voeren. Zij werden door respectievelijk een luitenant en een vaandrig vervangen. Ook in de loop van deze dag werden weer talrijke meldingen van burgerzijde ontvangen omtrent nieuwe landingen van parachutisten, o.a. bij Noordwijk, Oegstgeest en de Krom, naar aanleiding waarvan talrijke patrouilles werden uit gezonden. Al deze meldingen bleken onjuist. 277 Het gevechtsbericht van C.-4 R.I. vermeldt hieromtrent: „Na een persoonlijk onderhoud per telefoon van den R.C. met den Ch.St.-III Div., waarin de eerste verzocht door te mogen zetten, werd het bevel tot afbreken gehandhaafd en op de vraag: „Moet dus II-9 R.I. terugtrekken?" geantwoord: „Natuurlijk, een bevel is een bevel", althans woorden van gelijke strekking. Aan deze last werd voldaan."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 295