intussen bij de compagnie was teruggekeerd) naar cp.-C.-III Div., zulks op bevel van die Commandant. Omstreeks 14.40 wierpen enige vijandelijke vliegtuigen parachutes af in de polder N.O. van de Maaldrift. Onder de persoonlijke leiding van de B.C. begaf zich een groep van de bij Land- lust geplaatste sectie het voorterrein in, om het gedropte materieel te bemachtigen. Aangezien verschillende eigen vuurorganen intussen het vuur hadden geopend, was deze onderneming niet van gevaar ontbloot. Later in de middag werd vijandelijk mortiervuur gebracht op de 3e Sectie van de 3e Compagnie en vijand vermoed in het polderterrein tussen vliegveld Valken burg en de Korte Wetering. C.-II-l R.I. liet verschillende verdachte punten in deze terreinstrook onder vuur nemen door de sectiën 6 veld bij Landlust en aan de N.W.punt van de Maaldrift en door zware mitrailleurs. Te voren, omstreeks 16.00, had C.-II-l R.I. van C.-l R.I. de opdracht ontvan gen, twee sectiën tirailleurs en een sectie pag. onder een officier een krachtdadige verkenning te laten verrichten in de richting van de Wassenaarse Slag. Hij wees hiervoor aan, C.-Vbd.A. met de sectie van 2-II-1 R.I. (aan de Middel weg) en een stuk pag. Om 18.00 vertrok dit detachement, waarbij de tirailleurs per auto werden vervoerd (zie verder bij III-l R.I.). Verdere bijzonderheden deden zich bij II-l R.I. niet voor. III-l R.I. c.a. Omstreeks 7.00 ontving C.-III-l R.I. van C.-l R.H.M. de mededeling, dat laatstgenoemde opdracht had ontvangen, met zijn regiment naar Leiden te ver trekken en het bevel over de troepen te Wassenaar over te dragen aan C.-III-l R.I.1) Deze vestigde daarop zijn cp. in de verlaten cp. van 1 R.H.M. (De Pauw). Bij 1-III-l R.I. deden zich op 12 Mei geen vermeldenswaardige gebeurtenissen voor. Bij 2-III-1 R.I. sloot op deze dag de 4e Sectie weer aan, terwijl een andere sectie dezer compagnie, te samen met het hierboven genoemde detachement van 2-II-1 R.I., een gevechtsverkenning uitvoerde langs de Wassenaarse Slag. Nabij de Belvedère werd een zodanig hevig vuur ontvangen, dat voortgaan onmogelijk bleek, waarna de terugtocht werd aanvaard. Bij 3-III-1 R.I. werd volstaan met patrouiilegang in het voorterrein, waarbij af en toe enig vuurcontact met de vijand ontstond. De sectiën van M.C.-III-l R.I. bleven, behoudens enkele kleine wijzigingen binnen sectieverband, de door hen ingenomen stellingen bezet houden. Na het invallen van de duisternis werden echter de beide stukken van de 4e Sectie uit de noordpunt van de Rode buurt teruggenomen naar de cp. van C.-l-III-l R.I. bij kruispunt Katwijkse weg-Oostdorperweg. 283 Volgens het verslag van C.-III-l R.I. stond hij vanaf dat ogenblik onder rechtstreeks bevel van C.-Vg.H., doch werd in de loop van de dag onder rechtstreeks bevel van C.-III Div. gesteld.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 301