De 3e en 4e Sectie, ingedeeld bij 1-3 Dep.Bat., vertrokken na 20.00 naar haar nieuwe opstellingen. Eerst op 14 Mei 4.00 was geheel 2-3 Dep.Bat. op haar plaats. In voorste lijn, tussen Den Hoorn en de Abtswoudse weg, stonden toen van west naar oost: de 2e Sectie, de 3e Sectie en de 4e Sectie in voorste lijn langs de trambaan. De le Sectie was reserve sectie in de oostrand van Den Hoorn (veilinggebouw), dus op de vakgrens met 6 Dep.Bat. De compagnie was versterkt met twee sectiën zware mitrailleurs van 6-3 Dep. Bat., een sectie mortieren van 3-3 Dep.Bat. en een sectie 6 veld (vermoedelijk van 20 Bt.6 veld). De juiste opstellingsplaatsen dezer wapens is niet meer bekend. 3-3 Dep.Bat., versterkt met 6-3 Dep.Bat., was tot 13 Mei 14.00 ingedeeld bij II-R.Gr. en bevond zich in de zuidrand van Jaffa. Op genoemd tijdstip werd de compagnie weder ter beschikking gesteld van C.-3 Dep.Bat., waarna zij tot rust overging in de kwartieren te Delft. Op 13 Mei 18.00 kreeg zij opdracht, om op 14 Mei 3.00 7-3 Dep.Bat. te ver sterken, welke compagnie als rechter ondersteuningscompagnie moest optreden en opstelling moest nemen aan het oostelijke uiteinde van de weg Den Hoorn- Delft. 4-3 Dep.Bat., op 13 Mei opgesteld aan het kruispunt oude Rotterdamse weg- Julianalaan en west daarvan tot de Schie, werd om 14.00 afgelost en verplaatst naar de trambaan in de westrand van Delft, waar zij optrad als linker ondersteu ningscompagnie. De compagnie was om 17.00 ter plaatse. Ter beschikking van C.-Vak Den Hoorn (C.-VI Dep.Inf.) bleven 14 Dep.Bat. (tot 14 Mei 4.30 nog in de noord- en oostrand van Delft), de C.C. en een sectie van 20 C.Pag. (in de Voorstraat te Delft), en twee stukken van 1-1-6 R.A., opgesteld in de westrand van Delft bij hotel Bellevue en aan de Buitenwater- sloot. Op 14 Mei 4.30 werd een deel van 14 Dep.Bat. aan C.-Vak Den Hoorn ontno men en ingezet in Vak Delft, waar II-R.Gr., 11-12 R.I. en III-9 R.I. moesten worden vervangen (zie hierna). 1-III-R.Gr., die eveneens aan de opmars naar Overschie zou deelnemen, werd in de vroege morgen afgelost door 4-6 Dep.Bat.; de rechtervóórcompagnie (1-6 Dep.Bat.) werd om 13.00 vervangen door 7-6 Dep.Bat. Bijzonderheden deden zich in Vak Den Hoorn niet voor. Contact met de vijand ontstond nergens. In de avond van 14 Mei omstreeks 19.00 nam C.-VI Dep.Inf. kennis van het radiobericht omtrent het staken der vijandelijkheden, hetwelk later door het A.H.K. werd bevestigd. Hij gaf hiervan, door middel van de plaatselijke radiodistributie, kennis aan de burgerij van Delft en gaf bevelen voor het verzamelen zijner troepen. 302

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 320