De le Sectie, waaraan toegevoegd een sectie van 1 M.C., volgde de spoorbaan; de rest der compagnie ging langs het Jaagpad. C.-2-II-2 R.A. was reeds, vóór de aankomst van 1-III-R.Gr. in de zuidrand van Delft, vooruitgegaan naar zijn sectie, waarvan de beide stukken west van de Schie in stelling stonden. Om tijd te winnen, deed hij de stukken langs het Jaagpad oprukken, waarbij twee barricades gedeeltelijk moesten worden opgeruimd. Daarna ging C.-2-II-2 R.A. persoonlijk terug naar de zuidrand van Delft om contact op te nemen met C.-l-III-R.Gr. Vóór hij deze aantrof, ontving hij enig vuur van eigen troepen. Nadat 1-III-R.Gr. de sectie 7 veld was gepasseerd, sloot deze aan en voegde de Bt.C. zich bij de C.C. Tijdens de verplaatsing naar de wegknik bij Kandelaar, waar tevens de Hofweg op de oude Rotterdamse weg uitkomt, werden enige boerderijen doorzocht, waar door uiteraard tijd verloren ging. Het tijdstip van aankomst bij Kandelaar moet kort vóór 13.30 zijn geweest, aangezien zowel de C.C. als de Bt.C. vermelden, dat het bombardement van Rotterdam spoedig daarna een aanvang nam. De troep zocht dekking tegen de vele overkomende Duitse vliegtuigen, die overigens niets tegen haar ondernamen. Enige bij Kandelaar aanwezige burgers verstrekten inlichtingen omtrent de opstelling der Duitsers te Overschie. Deze zouden zich hebben genesteld in de fabrieks- en andere gebouwen achter de Schiedamse Schie tussen de R.K. kerk en de brug, 1000 m Z.W. daarvan. Deze gebouwen waren ondanks de afstand van 2\ km duidelijk te zien. C.-l-III-R.Gr. deed het volgende bericht verzenden aan C.-R.J.: „1-III-R.Gr. bevindt zich aan Jaagpad tusschen de Zwet en de Kandelaar. Vijand te Huis te Rivier en Glimfabriek. Bij de minste weerstand vuurt onze eigen artillerie op deze gebouwen". Er kwamen geen nadere orders van C.-R.J. of C.-I Div., zodat C.-l-III-R.Gr., na overleg met C.-2-II-2 R.A., besloot, de twee stukken in stelling te doen komen en onder dekking van hun vuur de opmars voort te zetten naar Noord Kethel en vandaar naar de brug bij Huis te Rivier. Dit kwam tot uitvoering en de voorste infanteriegroepen waren genoemde brug tot 500 m genaderd, toen het eerste vijandelijke vuur werd ontvangen, waardoor de opmars tot staan kwam. Tijdens deze verplaatsing was het geluid van het vuurgevecht van II-R.Gr. met de Duitse verdediging in de noordwestrand van Overschie duidelijk hoorbaar. Dit vuur eindigde echter na enige tijd, en ook de beide stukken 7 veld bij Kan delaar staakten het vuur kort daarna. De troep lag ter weerszijden van de weg in de open polder en keek vol ontzag naar de geweldige brand van Rotterdam, die op 5 km afstand woedde. Van tijd tot tijd werd mitrailleurvuur ontvangen uit de richting van Overschie. Het moreel daalde. Terwijl C.-l-III-R.Gr. bezig was, de zware mitrailleurs (waarvan een aantal bedieningsmanschappen reeds in de richting van Delft terugtrokken) stelling te 310

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 328