aanwezigheid in de lucht van talrijke Duitse vliegtuigen de troep herhaaldelijk
dekking deed zoeken.
Na het bereiken van de eerste tussendoellijn (de Akkerdijkse weg), werd met
toestemming van C.-R.J. onmiddellijk door gemarcheerd naar de Hofweg, waar
het stuk 7 veld reeds opgesteld bleek te zijn. C.-II-R.Gr. keurde deze opstelling
goed.
Korte tijd na aankomst bij de Hofweg, begon het bombardement van Rotterdam
(13.30), waarbij talrijke Duitse vliegtuigen zich boven de colonne vertoonden.
Dit had tengevolge, dat de troep zo goed mogelijk dekking zocht, en tot ongeveer
14.45 ter plaatse bleef.
Enige burgers meldden, dat vijand zich onder meer had vastgezet in en nabij de
korenmolen, 300 m N.W. van de toren van de P.K. te Overschie, en dat die molen
zeer waarschijnlijk als uitkijkpost was ingericht.
Intussen was tussen 12.30 en 13.30 C.-R.J. bij Kandelaar aangekomen, waarheen
hij zich langs de Hofweg had verplaatst, na eerst bevelen te hebben verstrekt aan
C.-linkercolonne.
Hij droeg C.-II-R.Gr. op, met zijn versterkt bataljon op te rukken langs de
oude weg en door het terrein oost daarvan tot de autoweg, Overschie west van
laatstgenoemde weg binnen te dringen en door te stoten tot het Schiekanaal.
Tevens kwam C.-R.J. met C.-II-R.Gr. overeen, dat de molen onder vuur zou
worden genomen door artillerie van de middencolonne, aangezien vanaf de oude
weg onvoldoende zicht kon worden verkregen door het bedekte terrein bij de
Tempel (landgoed van Hoboken). 1)
C.-II-R.Gr., die reeds in beginsel besloten had de molen onder vuur te doen
nemen door het stuk 7 veld en de sectie mortieren, doch die eveneens geconsta
teerd had, dat vanaf de Hofweg onvoldoende zicht op de molen kon worden ver
kregen, besloot de voorhoede te laten oprukken naar de zuidrand van het bedekte
terrein bij de Tempel, en het stuk 7 veld en de mortieren zo dicht mogelijk achter
de voorhoede in stelling te laten komen.
Hij begaf zich naar voren en constateerde dat het moreel van zijn manschappen
een gevoelige daling had ondergaan, tengevolge van het waargenomen bombarde
ment van Rotterdam en het rondcirkelen van de talrijke vliegtuigen.
Van de 3e Compagnie bleek een groot deel der manschappen, die tijdens de
opmars huiszoekingen hadden verricht langs de marsweg, achtergebleven te zijn.
Nog slechts één sectie van deze compagnie bevond zich vóór de le Compagnie,
en de B.C., die zelf met een sectie zware mitrailleurs naar voren ging, slaagde erin,
deze tirailleursectie vooruit te krijgen tot de Tempel.
Daarachter deed hij de sectie zware mitrailleurs, de sectie mortieren en het stuk
7 veld aantrekken naar het bedekte terrein, terwijl hij C.-3-II-R.Gr. opdroeg, zijn
gehele compagnie voorwaarts te doen gaan.
Dit laatste gelukte niet. Het moreel was zeer gedaald en de C.C. slaagde er niet
in, de vele achtergebleven manschappen te verzamelen en vooruit te krijgen.
312
l) C.-II-R.Gr. vermeldt in zijn gevechtsbericht niets omtrent het bezoek van C.-R.J. en deze
afspraak.