Op bevel van de B.C. kwamen tenslotte de sectie zware mitrailleurs en de sectie mortieren in stelling op het erf van een boerderij, zuid van het landgoed de Tem pel, waarna de molen en de omgeving daarvan onder vuur werden genomen (af stand 700 m). Ook het voorste stuk pag. nam enige tijd later nog een ogenblik aan dit vuur deel. Het stuk 7 veld, dat met mankracht naar voren werd verplaatst, ontving geen vuuropdracht meer, aangezien de voorste sectie van de 3e Compagnie en enige groepen van de le Compagnie er intussen in slaagden vooruit te komen en de molen te bereiken. Nadat dit was geschied, werd de molen bevuurd door een pantserwagen en enig geschut, ingedeeld bij de middencolonne (zie hierna), alsmede vermoedelijk door Duitse mortieren, opgesteld in de rand van Overschie, waardoor een sergeant en een soldaat werden gedood en enige manschappen gewond geraakten. De B.C. zond C.-1-II-2 R.A. naar C.-middencolonne met verzoek, het vuur op de molen te doen staken, aangezien deze reeds in eigen handen was. Na het bereiken van de molen, waren nog enige groepen opgerukt tot een zuid daarvan gelegen gebouw, waar zij Duitse uitrustingstukken aantroffen. Uit de noordwestrand van Overschie ontvingen zij vuur, o.a. uit de omgeving van een barricade, opgericht op de weg nabij de kerk. Bovendien lag eigen vuur van de middencolonne op die rand. De schemering trad in en de beschieting van de molen, in de rug der voorste groepen, had de toch al geringe aanvalsgeest doen dalen, zodat deze groepen in noordelijke richting begonnen terug te trekken. C.-II-R.Gr., die hiervan getuige was, zond C.-3e Comp. naar C.-2e Comp. met opdracht, een opnamestelling te doen bezetten noord van de Zwet, en beval ver volgens de terugtocht tot achter dit water. Nadat de opnamestelling was doorschreden, werd het eerste bericht omtrent de capitulatie ontvangen, waaraan de B.C. aanvankelijk geen geloof hechtte. Na latere bevestiging, gelastte hij de terugtocht naar Delft, alwaar het bataljon op 15 Mei 0.45 aankwam, na dus van 14 Mei 1.00 af in actie te zijn geweest, terwijl te voren een nachtrust van slechts enkele uren was genoten. Van 3-II-R.Gr. waren die dag vier man gesneuveld. Middencolonne Deze was samengesteld uit 11-12 R.I. (min 1 en een S.-M.C.), een tweetal pantserwagens onder C.-2e Pel.-2 E.Paw., 12 Bt.6 veld (min 2e Sectie), 2e S.-12 C.Pag., een sectie van 12 C.Mr, en 1-II-2 R.A., alles onder bevel van C.-II-12 R.I., alsmede 48 C.Mr. (min le Sectie), 48 Bt.6 veld, een sectie van 48 C.Pag. en 2-1-6 R.A. onder het rechtstreekse bevel van C.-R.J. Om 9.00 passeerde het voorste echelon der colonne kp.ll aan de autoweg. De indeling was als volgt. Voorste echelon: een sectie van 2-II-12 R.I., de twee pantserwagens en 1-II-2 R.A. Spits: 2-II-12 R.I. (min een sectie), 2e Sectie van 12 C.Pag., een sectie van M.C.-II-12 R.I. 313

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 331