korenmolen aan de oude Rotterdamse weg, waar eveneens vijand was gemeld. Tijdens deze actie werd een der pantserwagens getroffen door een projectiel tp., waardoor de bestuurder licht werd verwond. Intussen was de voorste infanterie tussen 14.00 en 16.00 opgerukt tot iets ten zuiden van de Doenkade. Het vijandelijke vuur had enige slachtoffers ten gevolge en de voorwaartse beweging kwam tot staan. Van de ondersteunende wapens werden daarna, deels op bevel van de B.C., deels op initiatief der ondercommandanten, verschillende in stelling gebracht. Zo kwam de le Sectie van 12 Bt.6 veld in stelling ter hoogte van Schieveen, teneinde, op bevel van C.-II-12 R.I., vuur te brengen op een op 1000 m afstand gemeld vijandelijk mitrailleurnest. Aangezien echter eigen troepen op 150 m vóór de stelling optraden, werd dit vuur, als zijnde te gevaarlijk, afgelast. De 2e Sectie van 12 C.Pag. kwam omstreeks 15.00 eveneens aldaar in stelling en nam een fabriek in de N.W.rand van Overschie onder vuur, nadat van de 48 C.Pag. brisantgranaten waren ontvangen. De sectie van 48 C.Pag. nam, op bevel van C.-R.J., met één stuk, vermoedelijk eveneens in stelling ter hoogte van Schieveen, de korenmolen onder vuur. Toen na 10 a 12 schoten de vuurmond defect geraakte, werd doorgevuurd met een stuk van de 2e Sectie van 12 C.Pag., dat zich zonder bediening in de nabijheid bevond. Ook de veldvuurmonden lieten zich niet onbetuigd. De beide stukken van 1-II-2 R.A. kwamen in stelling op het landgoed de Tempel en vuurden, op verzoek van C.-R.J., op de korenmolen en op een fabriek in de noordwestrand van Overschie. Tussen 16.00 en 17.00 won de voorste infanterie nog enig terrein. Zij bereikte de omgeving van kp.17, doch kwam daar onder een zodanig hevig vijandelijk vuur, dat verder voorwaarts gaan onmogelijk werd geacht. Toen kort daarna een gerucht doordrong dat de strijd moest worden gestaakt, vloeiden de manschappen in noordelijke richting terug. Tijdens dit terugvloeien geraakte C.-R.J., die zich ter hoogte van Schieveen ter zijde van de autoweg bevond, door een schot in de nek gewond. Hij achtte zich niet meer in staat het gevecht te leiden en gaf hiervan kennis, waarna C.-II-12 R.I. het bevel overnam. Een half uur later, omstreeks 18.00, geraakte ook deze gewond, waarna C.-2-II- 12 R.I. het bevel over het bataljon op zich nam. Deze ontving kort daarop bevel van C.-I Div., de aanval te staken en nadere orders af te wachten. Hij gelastte daarop de terugtocht achter de Zwet. Intussen vloeiden de meeste onderdelen, welke zich zuid van de Tempelbrug bevonden, in noordelijke richting terug. De regiments-adjudant van R.J., tot wie de radiomelding van het neerleggen der wapens ook was doorgedrongen, sloeg daaraan geen geloof en deed, daarin bijgestaan door enige officieren en kaderleden, zijn uiterste best de wijkende troe pen tegen te houden en tot rede te brengen. 315 Intussen waren de eigen troepen der rechtercolonne vermoedelijk reeds tot daar doorgedrongen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 333