In de morgen nam de commandant van de le Sectie van M.C.-III-l R.I., die zich in de N.O.rand van Wassenaar bij de Zijlwetering bevond, verdachte bewe gingen waar bij de Watermolen aan die wetering, ongeveer 500 m vóór zijn op stellingsplaats. Hij begaf zich met twee onderofficieren en enige vrijwilligers in een motorboot door de Zijlwetering daarheen, gedekt door zijn in stelling staande zware mitrail leurs, en smaakte de voldoening in de molen een Duits officier en zeven mindere militairen aan te treffen, die zich zonder weerstand te bieden aan hem overgaven. Nadat de gevangenen te Wassenaar waren overgedragen, voerde een sergeant met twee vrijwilligers nog een verkenning per motorboot uit langs de Zijlwetering waarbij werd doorgevaren tot de brug in de kunstweg Maaldrift-Albertushof, alwaar verband werd verkregen met II-l R.I. C.-II-l R.I., vergezeld door de bataljonsadjudant, C.-l Bt.6 veld, C.-2-II-1 R.I. en een groep van 2-II-1 R.I., begaf zich om 10.00 van bovenbedoelde brug ter verkenning naar de Watermolen nabij de zuidpunt van het vliegveld Valkenburg, uit welke richting enige malen vuur was ontvangen. De molen werd bereikt en onbezet bevonden, maar tijdens de terugtocht naar de brug werd gevuurd uit een bosje, 500 m N.O. van de molen. C.-II-l R.I. liet daarom dit bosje en een dicht daarbij gelegen schuurtje onder vuur nemen door de sectie 6 veld van 1 Bt.6 veld, die bij de boerderij N.W. van de brug in stelling was gekomen, alsmede door enige lichte mitrailleurs. Men nam waar, dat een viertal Duitsers uit het schuurtje vluchtte en de wijk nam in de richting van het vliegveld. Ook door onderdelen van III-l R.I. op het noordwestfront van Wassenaar werden patrouilles in 's vijands richting gezonden. Bijzonderheden deden zich daarbij niet voor. Overigens deden zich nog de volgende veranderingen voor in de opstelling der troepen. 1 Bt.6 veld kwam geheel ter beschikking van C.-II-l R.I., die, zoals reeds ver meld, één sectie in stelling deed komen aan de Hogeboomse weg noordwest van de brug. De andere sectie kwam in stelling bij Landlust, ter vervanging van de zich daar bevindende sectie van 4 Bt.6 veld, welke daarna een onbekende bestem ming kreeg. Van 1 C.Mr. werd één sectie verplaatst naar de Watertoren te Wassenaar. C.-II-l R.I., die in de loop van de dag contact had doen opnemen met de le Sectie van 2-II-1 R.I. aan de Haagse Schouw, wist van C.-15 Dep.Bat. de toe zegging te verkrijgen dat deze sectie weer ter beschikking zou komen. Inderdaad keerde zij in de avond van 13 Mei terug naar haar compagnie. Ook de luitenant, C.-2e Sectie van 2-II-1 R.I. keerde op 13 Mei terug, echter zonder zijn sectie, die hij voorlopig op vliegveld Ruigenhoek had achtergelaten. C.-II-l R.I. bepaalde, dat die sectie daar zou blijven onder bevel van C.-l-II-l R.I. De luitenant S.C. werd belast met het commando over de 4e Sectie van 2-II-1 R.I. Na overleg tussen C.-III-l R.I. en C.-II-l R.I. werd N.O. van Wassenaar de 333

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 351