met enige dier commandanten in verbinding. Hierbij bleek, dat de Kant.C. werd gewantrouwd en men daarom geen samenwerking wenste. Omstreeks 18.30 berichtte C.-Groep Kil, dat hij de Kant.C. te Dordrecht uit zijn functie had ontheven en C.-Lt.Div. had verzocht een andere Kant.C. aan te wijzen aangezien de luitenant-kolonel Mussert onvoldoende leiding gaf en alge meen werd gewantrouwd. C.-Vg.H. gelastte C.-Groep Kil, de genomen maatregel te herroepen, doch bepaalde tevens, dat Kant.C. Dordrecht onder de bevelen werd gesteld van C.-Lt.Div., evenals alle op het eiland van Dordrecht aanwezige troepen, aangezien C.-Lt Div. met de leiding der operatiën was belast. Tegen de middag stelde C.-Vg.H., op verzoek van de Garnizoenscommandant te Rotterdam, een bataljon infanterie uit de Positie Hoek van Holland te zijner beschikking, hoewel op die dag reeds twee bataljons van het O.Fr.-Vg.H. op last van de O.L.Z. naar Rotterdam waren gezonden. 1 R.H.M. werd in de loop van de dag aan het bevel van C.-Vg.H. onttrokken en onder het rechtstreekse bevel van de O.L.Z. naar Leiden verplaatst. De toestand rondom Den Haag onderging op 12 Mei weinig verandering. De op 11 Mei ingezette acties tegen de valschermtroepen tussen Katwijk en Wasse- naarse Slag hadden geen succes. Sterke Duitse kernen wisten zich daar, evenals te Valkenburg, nog te handhaven. In het Westland trad een vijandelijke afdeling zeer actief op. Het St.K.-Groep 's-Gravenhage te Wateringen had in de nacht van 11 op 12 Mei een vijandelijke overval weten af te slaan. Ten westen en ten zuiden van Delft, o.a. bij Het Woud en Overschie, waren Duitse kernen weerstand blijven bieden aan de daartegen ingezette opruimings acties. Vooral de Duitse concentratie van 3 a 400 man bij Overschie, waardoor de verbinding Den Haag-Rotterdam werd bedreigd diende te worden opgeruimd. In de vroege morgen van 12 Mei droeg C.-Vg.H. daarom aan C.-I L.K. op, deze kernen aan te grijpen en op te ruimen. De Garn.C. re Rotterdam zou deze actie steunen door een stoot in N.richting. Twee batterijen 7 veld werden door C.-Vg.H. ter beschikking gesteld van C.-I L.K. als begeleidende artilLrie. Onder de burgerbevolking in 's-Gravenhage bleef de stemming uiterst nerveus. Tal van geruchten over het optreden van onbetrouwbare burgerelementen en het in de stad doordringen van valschermtroepen hielden aan en hadden ten gevolge dat de Nederlandse bewakingsafdelingen op sommige plaatsen overgingen tot wilde, ongemotiveerde schietpartijen. Teneinde hieraan een einde te maken, belastte C.-Vg.H. in de loop van de 12e Mei de I.d. I., die op die dag onder de bevelen was gesteld van eerstgenoemde autoriteit, met het commando over alle troepen in 's-Gravenhage. In de vooravond van 12 Mei vertrok de Prinselijke Familie naar IJmuiden. C.-Vg.H. wees een escorte aan. Aangezien rekening moest worden gehouden met de mogelijkheid van een vijandelijk opdringen over de Afsluitdijk en landingspogingen op de Noord- Hollandse kust van het IJsselmeer, deed C.-Vg.H., naast de reeds ingestelde be- 18

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 36