wakingsdienst, bevelen toekomen aan de commandanten van III, IV en VIII Dep.Inf. tot het treffen van voorbereidingen voor het afsluiten der uit N.richting komende wegen, terwijl tevens op het H.K.-Vg.H. bevelen werden ontworpen voor de bezetting en de verdediging van het N.Fr.-Vg.H. In de vroege morgen van 13 Mei ontving C.-Vg.H. de mededeling van het Opperbevel dat Duitse pantsertroepen door de Langstraat oprukten en dat aan C.-Groep Kil opdracht was verstrekt de Moerdijkbruggen met de gehele beschik bare artillerie onder vuur te nemen. Bovendien waren Engelse luchtstrijdkrachten aangevraagd om de bruggen te bombarderen. Tevoren had C.-Groep Kil reeds aan C.-Vg.H. bericht, dat pantserwagens van onbekende nationaliteit over deze bruggen trokken. Omstreeks 10.00 meldde C.-Lt.Div., dat door het verschijnen van Duitse pant serwagens op het eiland van Dordrecht, zijn troepen aan vernietiging waren bloot gesteld en dat voortzetting van de aanval onmogelijk moest worden geacht. Hij gaf de raad, de Lt.Div. terug te doen gaan op de N.oever van de Merwede. Aangezien ook C.-Groep Kil de overtocht van Duitse pantsertroepen over de Moerdijkbruggen bevestigde, verleende C.-Vg.H. de door C.-Lt.Div. gevraagde machtiging, waarbij hij bepaalde dat de Lt.Div. en de te Dordrecht aanwezige overige troepen de N.oever van de Merwede ter verdediging moesten inrichten en aldaar hardnekkig stand moesten houden, aansluitende aan de verdediging achter de Noord. In de avond lichtte Chef Staf-Lt.Div. telefonisch Chef Staf-Vg.H. in omtrent de toestand. Hij deelde mede, dat er zware verliezen aan personeel en materieel waren geleden, dat de troep oververmoeid was en dat over onvoldoende munitie werd beschikt. Tenslotte stelde hij voor, de Lt.Div. terug te nemen achter het Zederikkanaal. C.-Vg.H. wenste op dit voorstel in geen geval in te gaan, herhaalde zijn op dracht om stand te houden achter Merwede en Noord en deelde mede, dat hij een beoordelaar zou zenden om zich ter plaatse van de toestand te vergewissen. Daarop zond C.-Vg.H. een hoofdofficier naar C.-Lt.Div. met opdracht een rapport uit te brengen over de gevechtswaarde dezer divisie. Bovendien werd hij gemach tigd zo nodig het bevel op zich te nemen. In de middag berichtte C.-Groep Kil, dat de vijand de Kil had overschreden, maar dat een tegenstoot was ingezet. C.-Vg.H. verleende C.-Groep Kil tijdens dit gesprek machtiging om bij ge dwongen terugtocht van de troepen aan de Kil deze terug te doen gaan achter het Spui, alwaar de verdediging opnieuw moest worden gevoerd. C.-Groep Spui zou in dat geval onder bevel van C.-Groep Kil treden. Omtrent Rotterdam ontving C.-Vg.H. in de nacht van 12 op 13 Mei bericht dat de toestand aldaar niet ongunstig was. Uit de Positie Hoek van Holland werd in de vroege morgen op bevel van C.- 19 13 MEI

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 37