b. PARAATHEID
Sinds het intrekken van de verloven op 7 Mei werd algemeen begrepen, dat
wederom een periode van verhoogde spanning haar intrede had gedaan.
Voor de depot- en etappentroepen, voor zover niet aangewezen voor de uit
voering van bewakingsopdrachten, waren overigens geen bijzondere maatregelen
bevolen. De dienst vond voor deze troepen ongestoord voortgang; de burelen
waren buiten de normale diensturen niet bezet.
De bewakingstroepen op de vliegvelden en het personeel der luchtdoelbestrij
dingsmiddelen (vliegtuigafdelingen inbegrepen) verkeerden gedurende de nacht
(van 20.30 tot 3.15) in de verhoogde graad van strijdvaardigheid; voor de periode
van 3.15 tot 8.00 was de hoogste graad van strijdvaardigheid voorgeschreven. Dit
laatste hield in, dat de bewakingstroepen hun gevechtsopstellingen hadden inge
nomen, dat alle batterijen en pelotons volledig waren bezet en dat alle jacht- en
bombardementsvliegtuigen gereed stonden om op te stijgen.
Voor de troepen behorende tot de strategische beveiliging op W.Fr.-Vg.H. was
sinds 7 Mei de verhoogde graad van strijdvaardigheid van kracht. In de avond
van de 9e Mei, tussen 21.00 en 22.00, werden aan deze onderdelen bevelen ge
geven tot het innemen der alarmopstellingen van 10 Mei 3.00 af, zulks naar aan
leiding van een door C.-W.Fr. ontvangen bevel om aan de kust bijzondere waak
zaamheid te betrachten. Om 23.40 werd dit zelfde bevolen door C.-Vg.H.
Voor I L.K. en de overige troepen, voor zover niet ingedeeld op de vliegvelden
of belast met bijzondere taken, was de normale graad van strijdvaardigheid van
kracht.
De auto's van de le, 2e en 3e Compagnie van I Aut.Bat. waren echter verspreid
opgesteld op de grote wegen 's-Gravenhage - Amsterdam, 's-Gravenhage - Gouda
en 's-Gravenhage - Delft, ter verhindering van vijandelijke vliegtuiglandingen op
die wegen.
Het le Eskadron van 1 R.H.M. patrouilleerde langs genoemde wegen.
Voor de beveiliging van de residentie tegen een eventueel optreden van onbe
trouwbare binnenlandse elementen, waren sinds 7 Mei door de O.L.Z. maat
regelen gelast, welke neerkwamen op afsluiting van de binnenstad en het z.n.
verlenen van militaire bijstand aan de gemeentepolitie.
De afsluiting van de binnenstad (kringbewaking) was in de nacht van 9 op 10 Mei
opgedragen aan drie compagnieën (van elk depotbataljon van I Dep.Inf. één); voor
militaire bijstand waren eveneens drie compagnieën aangewezen, waarvan de
tachementen zich bevonden op de politiebureaux.
Posten van 7 C.Ptr. waren geplaatst bij belangrijke gebouwen, ambtswoningen
en particuliere huizen van autoriteiten. Het overblijvende deel dezer compagnie
was bestemd als reserve om op te treden tegen revolutionaire elementen.
Het Paleis Huis ten Bosch werd bewaakt door Res. G.C.Gr.
26