b. DE VERDEDIGING EN HET VERLOREN GAAN VAN HET
VLIEGVELD OCKENBURG
Het hulpvliegveld Ockenburg, gelegen aan de Z.W.zijde van 's-Gravenhage,
onmiddellijk west van de Kijkduinse straat en in het verlengde van de Laan van
Meerdervoort, besloeg slechts een oppervlakte van 650 bij ruim 200 meter.
Het was omgeven door een sloot, welke in het midden der Z.O.zijde, waar zich
de toegang tot het veld bevond, was onderbroken. De sloot werd aan de buiten
kant begrensd door een walletje, dat aan de Z.O.zijde langs het z.g. Zwarte Weg
getje liep. Aan de binnenkant van de sloot bevond zich een afrastering.
Sinds 8 Mei was een zevental vliegtuigen aan de N.W.rand van het veld opge
steld. Deze toestellen (5 Douglas en 2 G.l), afkomstig van het Luchtvaartbedrijf,
waren op die dag overgebracht van Soesterberg. Zij behoorden niet tot gevechts
eenheden en waren, met uitzondering van de voor het Depot luchtstrijdkrachten
bestemde Douglastoestellen, niet bedrijfsvaardig.
Het vliegveld was niet versperd.
C.-V-2 Lv.R. had zijn cp. gevestigd in het bosperceel Z.Z.W. van het vliegveld
nabij de Monsterse weg. 1)
Ongeveer 2000 m N.O. van het vliegveld stond 23 Bt.Lu.A. (7.5 tl. Nr. 1), van
Lvd.K.Rotterdam - 's-Gravenhage, in stelling.
Het personeel van 1-VII Zl.A.tl., waarvan één zoeklichtinstallatie op het veld
en de overige drie daarbuiten waren opgesteld, rukte overeenkomstig de bestaande
bepalingen bij zonsopgang in. Toen de aanval op Ockenburg begon, was dit per
soneel niet meer aanwezig.
Sinds 8 Mei 1.00 was 22 Dep.C.B.T. op het vliegveld aangekomen en had deze
compagnie de bewaking overgenomen van de tot dat tijdstip daarmee belaste
sectiën zware mitrailleurs van I-R.Gr.
22 Dep.C.B.T. was geformeerd uit 4-22 Dep.Bat. en had sinds de morgen van
9 Mei, nadat één sectie naar Wassenaar was gezonden, een totale sterkte van
3 officieren, 1 vaandrig, 8 onderofficieren (waaronder 2 administrateurs) en 84
korporaals en soldaten. De compagnie beschikte over slechts 4 lichte mitrailleurs,
waarvan 2 waren ingedeeld bij de 3e Sectie. Handgranaten en verbandpakjes waren
niet aanwezig.
Met het maken van gevechtsdekkingen was nog niet begonnen.
De C.C. was na ontvangst van het bevel „verscherpte bewaking binnenland in
stellen" onder C.-Groep 's-Gravenhage gesteld.
Volgens het bevel van C.-W.Fr.-Vg.H. van 8 Mei 1940 Sectie 1-1 Nr. 13 B.
was de taak der compagnie: beletten dat buitenlandse vliegtuigen op Ockenburg
landen, dan wel na geland te zijn, zich ontwikkelen en uitbreiden"
De drie sectiën der compagnie hadden achtereenvolgens wachtdienst, piket en
rust.
30
(Zie schetskaart Nr 2)
l) Vooruitlopende op de beoogde verplaatsing van de jachtvliegtuigafdelingen van V-2 Lv.R. van
Ypenburg naar Ockenburg, was de cp. van C.-V-2 Lv.R. reeds aldaar gevestigd.