van 23 Bt.Lu.A. en de luchtgevechten in de richting van Ypenburg had gade geslagen, landden vermoedelijk omstreeks 4.45 kort na elkaar enige Nederlandse jagers op Ockenburg. De bediening van de lichte mitrailleur, opgesteld bij A, opende aanvankelijk abusievelijk het vuur, gelukkig zonder schade aan te richten. Deze mitrailleur werd kort daarna uit haar geïsoleerde positie verplaatst naar de Z.O.zijde tussen de barakken D en F. Kort na de landing der Nederlandse toestellen verschenen laagvliegende Duitse jagers, die het vliegveld en in het bijzonder de gelande vliegtuigen met mitrailleur- vuur bestookten. C.-linkersectie liet zijn manschappen zich zo goed mogelijk ingraven tussen sloot en afrastering. De Duitse jagers werden enige tijd later gevolgd door een paar transportvlieg tuigen, die zeer laag over het veld vlogen, maar daarna weer hoogte namen en boven de duinen west van het vliegveld parachutisten uitwierpen. De meest westelijk geplaatste sectie infanterie opende op hen het vuur. Boven dien zond de S.C. een sergeant met zeven man in hun richting, om de gelande vijanden aan te grijpen vóór zij zich konden verzamelen. C.-Lvd. werd telefonisch ingelicht, terwijl een luitenant-vlieger zich per rijwiel naar Loosduinen begaf, teneinde C.-R.Gr., wiens cp. zich aldaar bevond, om hulp te verzoeken. De overige gelande Nederlandse vliegers begaven zich naar cp.-C.-V-2 Lv.R. in het bos van Ockenburg, dan wel naar hun commandant te Rijswijk. Inmiddels gingen vijandelijke jachtvliegtuigen voort met het beschieten van het vliegveld, tot daarop omstreeks 5.20 de eerste 18 transportvliegtuigen landden, een half uur later gevolgd door een achttal. De gelande Duitsers openden onmiddellijk het vuur op de Nederlandse troepen, die, met uitzondering van de linker sectie, in en om de loodsen samengroepten en weinig neiging vertoonden op het volkomen open veld stelling te nemen. C.-22 Dep.C.B.T. werd licht aan de hand gewond, doch bleef aanvankelijk ter plaatse. Ook een aantal manschappen werd min of meer ernstig door het vijandelijke vuur getroffen; de schutter van mitrailleur B, die met zeer veel succes had ge vuurd, werd dodelijk getroffen, terwijl de helper zwaar werd gewond. Alleen bij de linkersectie, die zo krachtig mogelijk aan het vuur deelnam, werden aanvankelijk geen verliezen geleden. Het vijandelijke vuuroverwicht nam al spoedig zodanig toe, dat bij rechter- en middensectie de neiging ontstond het veld te ontruimen, teneinde algehele ver nietiging te voorkomen. De gewonde C.C. verliet, vergezeld van C.-rechtersectie, een sergeant en enige manschappen het veld. Kort daarna haastten de resten van rechter- en middensectie zich door de ingang terug en trachtten zij de wal langs het Zwarte weggetje te bereiken, waar betere dekking kon worden verkregen. Een groep van de rechtersectie nam nog enige tijd 33

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 51