1. De directe verdediging van het vliegveld diende te geschieden door de opstel ling van vuurorganen aan de N.W. en de Z.W.zijde, welke een vernietigend vuur moesten kunnen brengen op vliegtuigen, landende op het veld zelf. 2. Ter beveiliging van het vliegveld tegen van buiten optredende onbetrouwbare elementen (vijfde colonne) en valschermtroepen moest, op enige afstand van het veld, een „scherm" worden gevormd. 3. Tussen vliegveld en scherm moest een reserve beschikbaar zijn om, afhankelijk van de omstandigheden, te worden ingezet ter versterking van de directe vlieg veldverdediging dan wel van het scherm. Deze gedachtengang had er toe geleid de beschikbare troepen te verdelen in drie groepen. Voor de taak ad. 1 werden bestemd een tirailleurcompagnie, de mitrailleur compagnie (min een sectie) en de pelotons pantserwagens; voor ad. 2: een tirail leurcompagnie en een sectie zware mitrailleurs; voor ad. 3 een tirailleurcompagnie. De drie tirailleurcompagnieën traden gedurende 24 uur achtereenvolgens op als „bewaking vliegveld", „reserve" en „scherm", waarbij de aflossing als volgt geschiedde. De compagnie „bewaking vliegveld" verbleef van 8.00 tot 8.00 op het veld en wel van 20.30 tot 3.15 in de verhoogde graad van strijdvaardigheid en tijdens de critieke uren (van 3.15 tot haar aflossing om 8.00) in de hoogste graad van strijd vaardigheid. Na aflossing om 8.00 werd ze „reserve". Als zodanig verbleef zij tot de volgende dag 2.00 in de daartoe bestemde rustbarakken op het vliegveld. Gedurende die tijd had de compagnie van 9.00 tot 12.00 verplichte rust; van 12.00 tot 22.00 bewegingsvrijheid; van 22.00 tot 2.00 verplichte rust, waarna zij de z.g. alarmkwartieren (Hoeve Loos, Hoeve Ypenburg, Johannahoeve en hangar 2) be trok, waar gekleed en gewapend gerust werd. Deed zich in de critieke ochtenduren niets bijzonders voor, dan vertrok zij op zodanig tijdstip naar het „scherm", dat dit om 8.00 kon zijn afgelost. Als „scherm" bleef zij tot de volgende ochtend ter plaatse, tot zij, na aflossing, om 8.00 weder de vliegveldbewaking op zich nam. Hieruit volgt, dat van drie achtereenvolgende dagen slechts op één dag behoor lijk kon worden gerust. Overeenkomstig de verstrekte bevelen en aanwijzingen waren op 10 Mei 3.15 de volgende opstellingen ingenomen. 2-III-R.Gr., M.C.-III-R.Gr. (min 3e S.) en het le en 2e Peloton van 1 E.Paw. (min een paw.) onder bevel van C.-2-III-R.Gr. bevonden zich op het vliegveld in de hoogste graad van strijdvaardigheid. Van 2-III-R.Gr. stond de le Sectie (min twee groepen, waarbij één lichte mi trailleur) nabij hangar 1, en de 3e Sectie N.O. van de hoofdingang. Beide sectiën waren bij het innemen der opstellingen door de C.C. onder bevel gesteld van C.- le Sectie, die daarop het bevel over zijn sectie had overgedragen aan zijn oudste 36

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 54