Op het Z.W.front: 4 zware en waarschijnlijk 6 lichte mitrailleurs. Op het N.W.front: 3 zware mitrailleurs en 3 pantserwagens. Hoewel het vijandelijke bombardement practisch geen verliezen aan doden en gewonden veroorzaakte en de gevechtsopstellingen blijkens een later ingesteld onderzoek slechts sporadisch hadden geleden, was dus niettemin de vuurkracht der verdedigers belangrijk verzwakt. Omstreeks 4.45, nog tijdens het bombardement, verscheen een groot aantal vliegtuigen welke op verschillende afstanden vooral noord, west en zuid van het veld parachutisten uitwierpen. Zij landden onder meer oost van de Postenkade, tussen het vliegveld en de Vliet bij Rijswijk, binnen de schermen Delft en Broekpolder en ter weerszijden van Delft, alwaar talrijke schermutselingen ontstonden. Wij komen hierop straks terug. Tussen 5.00 en 5.20 werden de gevechtsopstellingen langs het vliegveld en de luchtdoelbestrijdingsmiddelen onder vuur genomen door Duitse jachtvliegtuigen. De uitwerking hiervan was gering, hoewel sommige projectielen door de boven dekkingen van drie zandzakken en zwaar eikenhout heen drongen. De commandant van het rechter stuk van de 4e Sectie-M.C. viel met een of twee manschappen aan deze beschieting ten offer. Om 5.24 landde het eerste échelon van 8 transportvliegtuigen, type Ju 52, op de Z.O.zijde van het vliegveld en rolde in de richting der gebouwen. Zodra de wielen de grond raakten, openden de nog bemande zware en lichte mitrailleurs alsmede de drie pantserwagens een moorddadig vuur. Verscheidene gelande toestellen werden doorzeefd en geraakten in brand. Alle kwamen nog op de Z.O. helft van het landingsterrein tot stilstand en de inzittenden, voorzover nog daartoe in staat, waagden het niet de vliegtuigen te verlaten. Het tweede échelon had bij de landing om 5.40 onvoldoende uitloop en liep gedeeltelijk op het voorgaande. Het onderging hetzelfde lot. Het derde échelon trachtte voorbij de reeds op het veld staande toestellen te landen, waartoe het laag over deze heen streek, doch werd eveneens hevig bevuurd, zodat vele toestellen in de vuurpoel terecht kwamen. Zeventien transportvliegtuigen stonden tenslotte brandend of zwaar beschadigd in zodanige wanorde op het veld, dat verdere landingen als uitgesloten konden worden beschouwd en het vierde échelon dan ook boven Ypenburg afboog en in Z.O.richting verdween. Enkele toestellen landden later nabij de zuidhoek en aan de oostzijde buiten het veld. 2) De landing was dus volkomen mislukt, ondanks het feit dat de vuurkracht der 42 x) Voor zover valt na te gaan, waren door het bombardement en de daarna volgende mitrailleur beschietingen uit vliegtuigen slechts een onderofficier en twee manschappen gedood en een drietal licht gewond. Voor het gebeurde bij de luchtafweermiddelen zie blz. 46 en 47. 2) De toestellen, welke om 6.05 op Ypenburg moesten landen en waarin onder meer St.-22 Div. zich bevond, bogen af naar vliegveld Ockenburg en landden deels daarop, deels op het strand 2 km Z.W. van Kijkduin. Later landden nog verschillende toestellen in het terrein rondom Ockenburg en Ypenburg. Het merendeel van de voor Ypenburg bestemde transportvliegtuigen is op Waalhaven geland.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 60