Onder invloed van de landing der parachutisten oost van de Postenkade, werd spoedig daarna deze nieuwe opstelling wederom verlaten. Slechts één korporaal en twee manschappen bleven ter plaatse, terwijl de Pel.C. na een korte afwezigheid terugkeerde. De overige manschappen zijn in de richting Rijswijk weggevloeid. Zij zijn niet meer bij de stukken teruggeweest. 60 Pel.Lu.Mitr. ondervond aanvankelijk veel moeilijkheden met de mitrailleurs, waarmee nog slechts weinig was gevuurd en die voortdurend storingen vertoonden. Ten slotte bleek een der drie onbruikbaar. Omstreeks 5.00 werd het peloton her haaldelijk door vijandelijke vliegtuigen onder mitrailleurvuur genomen, waar tegen men echter voldoende gedekt was. Niettemin werd één man gewond en één mitrailleur getroffen, waardoor ook dit wapen niet meer kon worden gebruikt. Met de twee overgebleven mitrailleurs werd druk gevuurd vooral op de landende transportvliegtuigen. Het voortdurend dalen van parachutisten in de omgeving had echter tengevolge, dat het moreel sterk daalde, zodat ten slotte nog slechts werd gevuurd door de Pel.C. persoonlijk, één sergeant en een drietal korporaals en manschappen. Ten slotte gaf het gehele peloton zich kort voor 7.00 over aan een afdeling para chutisten, die uit zuidelijke richting langs de kunstweg naar Ypenburg oprukte en reeds een groot aantal krijgsgevangenen medevoerde (zie hiervóór). 61 Pel.Lu.Mitr. heeft van omstreeks 4.00 af deelgenomen aan de vliegtuigbe schieting. Kort na 4.00 wierp een Heinkelbommenwerper vier bommen in de nabijheid van het peloton, waardoor drie van de vier mitrailleurs en de zich daarbij bevindende bedieningsmanschappen overdekt werden door opgeworpen aarde. Dit had tengevolge, dat voorlopig nog slechts één mitrailleur kon worden ge bruikt. Bovendien ondervond het peloton last van eigen mitrailleurvuur, afgegeven door de zware mitrailleurs aan de N.W.zijde van het vliegveld, waartegen men alleen op de bodem der kuilen dekking kon vinden. Toen na 4.45 parachutisten werden waargenomen zuid van de opstelling, werd op bevel van de Pel.C. teruggetrokken op 59 Pel.Lu.Mitr., waarbij deels de sloten aan de Z.O. en de N.O.zijde van het veld moesten worden doorwaad. Deze tocht werd volbracht zonder dat verliezen werden geleden, waarna op bevel van C.-59 Pel. verder terug werd gegaan tot de cp. van C.-14 Comp.Lu.Mitr. bij Drievliet. Van 5 Pel.Lad. Delft, slechts uit twee stukken 2 tl. bestaande, waren de ge vechtsopstellingen nog niet gereed. Toen valschermtroepen in de omgeving daal den, besloot de Pel.C. de geheel open liggende batterij te ontruimen en in zuidelijke richting terug te trekken. De sergeant, Pel.C. en elf manschappen slaagden erin Delft te bereiken; drie manschappen geraakten in handen der parachutisten, die hen naar Ypenburg meevoerden. De tussen Delft en Ypenburg neergekomen Duitse valschermtroepen, versterkt met een aantal inzittenden van buiten het vliegveld gelande transportvliegtuigen, waren er dus tussen 5.00 en 7.00 in geslaagd de zwakke Nederlandse groepen aldaar deels te verdrijven, deels gevangen te nemen en daarna, in front gedekt door een veertigtal krijgsgevangenen, op te rukken naar het vliegveld. 47

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 65