uit de lucht waargenomen. Het aantal slachtoffers was ook ditmaal gering, maar het gevolg was, dat thans ook de schuttersputten grotendeels verlaten werden en vrij wel ieder zijn heil zocht in een vlucht naar het open veld. Elk verband ging hierdoor verloren en daarmede was een verder optreden van de reserve practisch onmogelijk geworden. Na dit bombardement bleek de telefonische verbinding verbroken te zijn. Terwijl het hierboven beschreven drama zich afspeelde, was het wachtgedeelte in de gevechtsopstellingen langs het vliegveld paraat. De luitenant, commandant bevond zich tussen de posten 2 en 3; een vaandrig hield zich op in de omgeving van post 8. De detachementscommandant, C.-3-III-4 R.I. bevond zich op zijn cp. nabij de brug bij wacht 1. Naar de zware mitrailleurs, opgesteld west van de barakken B 1 en B 2, vluchtte tijdens en na het bombardement een deel van het niet-strijdend gedeelte van het detachement, zoals verbindingspersoneel, administratief personeel, koks en zieken. Zij verlieten vervolgens het veld in westelijke richting. Verschillenden van hen waren nog slechts gedeeltelijk gekleed. Enige tijd na het bombardement naderde een groot aantal vliegtuigen, waaruit Z.O. van het vliegveld parachutisten sprongen. Dit zal dus omstreeks 4.30 zijn geweest. Kort daarna werd een tweede zwerm afgeworpen N.O. van het veld, in het terrein tussen de kleidammen en de Wasse- naarse weg. Deze laatst neergekomenen daalden dus temidden van de daarheen gevluchte manschappen van de reserve, die spoedig grotendeels gevangen werden gemaakt. Daarna drongen deze parachutisten deels op naar het vliegveld, deels in de richting van de dorpen Katwijk aan den Rijn, Katwijk aan Zee en Valkenburg. De Z.O. van het veld gelande parachutisten begaven zich in de richting van Wassenaar en de Haagse Schouw. Weer enige tijd later, vermoedelijk omstreeks 5.20, begon de landing van de transportvliegtuigen met 111-47 R.I. op het vliegveld. Zij streken in grote orde en zeer kort na elkander neer, zodat al spoedig een 44-tal de grond had bereikt. Tegelijkertijd namen laag cirkelende gevechtsvliegtuigen de verdedigers aan de randen van het vliegveld onder mitrailleurvuur. In tegenstelling met de landing op Ypenburg, bleven hier de meeste toestellen onbeschadigd. Slechts één geraakte in brand. l) In zeer korte tijd hadden alle inzittenden de vliegtuigen verlaten en bonden zij de strijd aan met de verdedigers. Aangezien de gelande vijand, nog afgezien van de parachutisten, al spoedig 4 a 500 man sterk was, voorzien van een prima be wapening, valt het niet te verwonderen, dat deze strijd spoedig in het voordeel der aanvallers werd beslist. De opstellingen aan de randen van het veld werden van verschillende zijden aangegrepen en successievelijk vermeesterd. 53 x) De zeer geringe uitwerking van het vuur der verdedigers wettigt de veronderstelling dat deze, moreel geschokt door het voorafgegane bombardement en de landing der parachutisten, hun aan dacht meer hebben gericht op het zich dekken tegen het vijandelijke vuur dan op het zelf vuren"

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 71