De depottroepen te 's-Gravenhage kregen opdracht, deze stad rechtstreeks te beveiligen en daartoe opstellingen in te nemen aan de bedreigde N., O. en Z.rand. Hiervoor werden allereerst de beter geoefende en bewapende bewakingscom pagnieën bestemd, aangevuld door de sinds 1 April in dienst zijnde dienstplich tigen van I Dep.Inf. en Dep.Cav. Voorts deed C.-Vg.H. in en nabij het Haagse Bos een reserve van depottroepen vormen. De „bewaking binnenstad" werd opgeheven. Zo vormde zich in de loop van de dag een beveiligend front rondom 's-Graven hage in de algemene lijn N.O.rand Scheveningen - landhuis De Ruigenhoek - Pompstation - Kamp Waalsdorp - spoorbaan tot Veur - de Vliet tot Rijswijk - zuidrand Rijswijk - Loosduinen - Kijkduin, en arriveerden tussen 7.30 en 12.00 een achttal depotcompagnieën in en nabij het Haagse Bos, waarbij zich tussen 14.00 en 16.00 twee eskadrons van 3 R.H. voegden. C.-I L.K. had intussen, voordat het telefonisch overleg met C.-Vg.H. om 6.00 plaats vond, niet stil gezeten. Toen omstreeks 3.30 de Nederlandse luchtdoelartillerie de strijd aanbond met de overvliegende Duitse eskaders werd het St.K. gealarmeerd. Het omstreeks 4.00 van het A.H.K. ontvangen bericht omtrent de grensover schrijding in het oosten des lands had uiteraard het met spoed alarmeren van alle onderdelen van I L.K. ten gevolge. Nadat omstreeks 5.30 het bevel van C.-Vg.H., om een bataljon uit het Westland naar Rotterdam te zenden, ter uitvoering was opgedragen aan C.-I Div., en in tussen talrijke berichten waren ontvangen omtrent gelande parachutisten, achtte C.-I L.K. het treffen van maatregelen ter beveiliging van 's-Gravenhage geboden. Om 5.45 droeg hij C.-I Div. op, één a twee sectiën infanterie met middelen van versneld vervoer naar Leidschendam te zenden en de Vlietbrug aldaar te bezetten, welke opdracht kort daarop werd gevolgd door het bevel een geheel bataljon naar Voorburg-Rijswijk te verplaatsen ter afsluiting van de kunstwegen Zoetermeer - 's-Gravenhage en Delft - 's-Gravenhage. Bovendien kreeg C.-I Div. opdracht, een vijandelijk oprukken van Ockenburg naar Loosduinen en 's-Gravenhage te be letten. Omstreeks tezelfder tijd gelastte C.-I L.K., dat alle kantonnementscomman- danten de strengste maatregelen moesten nemen voor beveiliging en verdediging van hun kantonnementen. Aangezien I Div. voor de bestrijding van de gelande vijand Z. van 's-Graven hage nog slechts beschikte over drie bataljons infanterie en twee afdelingen artille rie, besloot C.-I L.K., III Div. met spoed in Z.richting aan te trekken, onder achterlating van een bataljon nabij Haarlem. 1) 58 III-R.J. was reeds vóór 10 Mei op vliegpark Waalhaven; II-R.J. was op mars naar Rotterdam; III-R.Gr. verdedigde vliegveld Ypenburg; 4 R.I. en III-2 R.A. bevonden zich op en N. van vliegveld Valkenburg.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 76