uit W.richting naar de Nieuwe weg en vandaar naar de Houtweg, waardoor een
verdere opmars naar Den Haag mogelijk werd, verre van denkbeeldig.
Hij beschikte niet over voldoende troepen om daartegen afdoende maatregelen
te kunnen treffen en vroeg daarom telefonisch versterkingen aan. De aanwezigheid
van de twee sectiën van 2-II-R.Gr. op de hoek van de Wilhelminastraat en de
Willem III straat was hem niet bekend.
Voorlopig zond hij een patrouille van een zestal manschappen naar de brug
op de hoek van de Nieuwe weg en de Polderlaan met opdracht aldaar stand te
houden. Bovendien deed hij een stuk pag. onder een luitenant stelling nemen op
de hoek van de Haagweg en de v.d.Kroftlaan, om een eventueel doordringen
daarlangs naar de Haagweg te beletten.
Inderdaad bleek al spoedig, dat zijn vrees niet ongegrond was.
Toen de poging om naar de Emmastraat door te dringen mislukt was tengevolge
van de ondervonden weerstand bij de verffabriek, rukten Duitse groepen langs de
Ockenburgstraat op naar de Monsterse weg. Zij overschreden deze, drongen de
tuinderijen Z.O. daarvan binnen (waarbij zij enige hinder ondervonden van pa
trouilles van de sectiën van 2-II-R.Gr.) en bereikten langs de Polderlaan de
Nieuwe weg. De daar opgestelde patrouille werd verjaagd, waarna zij in de richting
van de Houtweg oprukten.
Bij de hoek Stationweg - Houtweg geraakten zij in gevecht met de daar op
gestelde groep onder de luitenant van de Vbd.A., die na enige tijd gedwongen
werd langs de Stationweg terug te gaan in de richting van de cp. De vijand maakte
zich meester van de barricade en drong na.
Op dat ogenblik, omstreeks 10.00, was echter juist 1-I-R.Gr. (min een S.),
korte tijd daarna gevolgd door een per auto aangevoerde sectie van 7-2 Dep.Bat.
(zie blz. 71 en 78), te Loosduinen aangekomen en werd door het optreden dezer
onderdelen ook deze crisis bezworen. 2)
C.-l-I-R.Gr., die omstreeks 8.00 opdracht had ontvangen de Monsterse weg
af te sluiten ter hoogte van de Blauwe brug en vervolgens het vliegveld uit Z.O.-
richting aan te grijpen, had, opmarcherende langs de Haagweg, op de cp. van C.-
Loosduinen (C.-47 C.Pag.) van deze vernomen dat de vijand zich reeds op de
Stationweg bevond.
De C.C. gaf daarop aan de luitenant, C.-le Sectie opdracht, de vijand op de
Stationweg aan te grijpen en terug te werpen en vervolgens langs de Willem III
straat weer aan te sluiten bij de rest der compagnie, die de mars naar de Monsterse
weg voorlopig zou voortzetten tot het kruispunt Emmastraat - Willem III straat.
De le Sectie slaagde er niet in de vijand, die opstelling had genomen achter de
barricade (de omvergeworpen auto) en in de aangrenzende huizen, te verdrijven.
C.-l-I-R.Gr., die na een half uur te hebben gewacht de le Sectie nog steeds
niet langs de Willem III straat zag naderen, begaf zich naar deze sectie, die in de
1) Reeds eerder waren twee stukken pag. op initiatief van de S.C. bij de samenkomst van Laan van
Meerdervoort en Thorbeckelaan in stelling gekomen, ter afsluiting van eerstgenoemde toegangsweg.
2) Hierna zal blijken, dat de aankomst van 1-I-R.Gr. te Loosduinen min of meer toevallig was
(zie blz. 75).